4e afd.
15 december 1983
137
Stedebouwkundig betekent dit ondermeer dat de lokatie van die nieuwe
Albert Heyn-vestiging op een zo oostelijk mogelijk gelegen terrein-
gedeelte gevonden dient te worden, waardoor een optimale aansiuiting
met het centrumgebeuren op de Binnenveg kan worden bewerksteliigd
Verkeerskundig zal, met het oog op de omringende woonbebouwing, worden
bezien welke aan- en afvoerroutes uitgestippeld dienen te worden ten
behoeve van zowel bezoekers als bevoorradingswagens
Door de onzekerheid ten aanzien van de realiseringskansen van enige
voorzieningselementen voor dit noordelijk gebiedsdeei zal
eventueel vrijgekomen ruimte voor wonîngbouw bestemd worden.
Terwijl het noordelijk gebiedsdeei voomamelijk gereaerveerd wordt
voor openbare en winkelfuncties zai het resterend deel bestemd worden
voor de woningbouv.
In het voorgaande is reeds gewezen op de noodzaak van hoge bebouwings-
dichtheid.
Om een ruimtelijk tegenspel te kunnen bieden aan de dominerende bouw-
massa van het Overbos is gekozen voor een structurering waarbij het
bebouwingsaccent op het middengedeelte is gelegd.
In dit middengebied waar de maximaai toelaatbare goothoogte op 12.00 m
is gesteld, mag ten behoeve hiervan de goothoogte incidenteel tot
15.00 m reiken. De gezamenlijke oppervlakte van deze accenten in de
bebouwing dient ten hoogste 5Z te bedragen van de oppervlakte van het
gebied rnet maximale goothoogte van 12.00 m.
Teneinde bij de uitwerkingswerkzaamheden voldoende marges te kunnen
bieden voor de ruimtelijke vormgeving is voor de situering van deze
bebouwingsaccenten een ruime zone gelegd.
De reeds genoemde 5Z~grens alsmede het hierna vermelde afbouwprincipe
geven voldoende garanties tegen de in de inspraak naar voren gebrachte
vrees voor al te grote massaliteit. Vanuit dit middenaedeelte dient de
hoogte te worden afgebouwd. Met name in de richting van de omringende be-
bouwing dient deze "afbouwgedachte" zorgvuidig ter hand te worden
genoroen (zie fig. 7).
De ontsiuiting van het plangebied zai vanaf de Burg. van Lennepweg en
de Blekersvaartweg moeten plaatsvindenOok zulien enige langzaam
verkeerroutes in oost-west richting tot stand worden gebracht, die
een zo rechtstreeks mogelijke verbinding vormen met het centrumgebeu-
ren aan de Binnenweg.
In hoofdstuk 4.4.6 wojrdt nader ingegaan op de verkeersafwikke 1 ing
respectievelijk parkeeryoorzieningen.
Bij de opzet van de groen- en waterstructuur dient gerealiseerd te wor-
dendat zij een onverbrekelijk onderdeel dienen te vorroen van de
totale stedebouwkundige opzet. Evenals bij de toekomstige bebouwings-
structuur zal hierbij rekening moeten worden gehouden met de zicht- en
ruimtelijke relsties met het bos en bestaande bebouwing.
Bestaande bomen, aangegeven in figuur 5 zulien in de toekomstige uit-
werkingspiannen zoveel mogelijk moeten worden gehandhaafd.
In het plangebied zai een ruig speelterrein van tenminste 1500 m2
moeten worden opgenomen. Dit apeeiterrein is gedacht in het zuidelijke
gedeelte van het gebied; tesamen met een reservering voor voikstuinen
kan liet als buffer fungeren tussen werk- en woongebied. Over het gehele
-105-