137
5. RESULTATEN VAN HET OVERLEG EX. ART8 B.R.O.
-118-
4e afd.
15 december 1983
In het kader van het overleg e* artikel 8 Be.luit Ruimtelijke Ordening
is het ontwerp-besteiomingsplan aan de volgende înstanties toegeronden:
Eerstaanwezend ingenieur der Genie;
2. Hoofddirecteur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg;
3. Rijksconsulent voor Handel, Ambacht en Diensten tn Noord-Holland
4. Het dagelijks bestuur van het gewest Kennemerland
5. Het Hoogheemraadschap van Rijnland;
6. Hoofdingenieur-Directeur, tevens Inspecteur van de Volkshuts
veating in de provincie Hoord-Holland;
7. Hoofdingenieur-Directeur voor Landinrichting, Grond- en Bosbeheer
in Noord-Holland
8. Hoofdingenieur-Directeur van de Riikswaterstaat in de dire
Noord-Holland;
9. Hoofdingenieur-Directeur van de Provinciale Haterstaat Noord-
Holland.
10. Inspecteur van de Ruimtelijke Ordening in de provincles Utrecht
en Noord-Holland; ujl.
11. Inspecteur van de Volksgezondheid voor de Hygiene van het Mllteu
voor Hoord-Holland
12. Provinciale Planologische Dienst van Noord-Holland;
13. Directeur van de Stichting Orgaan voor Overleg en Advies în de
provincie Noord-Holland;
14. Directeur-Ceneraa1 van Energie van het Ministerle van Economtsche
Zaken;
15. Directeur-Generaal van het Staatsbedrijf der Postertjen, Telegraf
en Telefonie, directoraat Radiozaken;
16. N.V. Nederlandse Gasunie;
17. Noord-Zuid-Hollandse Vervoersmaatschappij N.V.;
18. N.V. Vervoersraaatschappij Centraal Nederland;
19. Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem e.o.;
20. Contact Milieubescherming Noord-Hol1and
21. Hoofdingenieur-Directeur van de Provinciale Directie voor de
Bedrijfsontwikkeling in Noord-Holland;
22. Rijkshoofdinspecteur van het Verkeer. Hoofd van het dtstrlct Noord
Uest van de Rijksverkeersinspectie.
23. Provinciale Planologische Commissie van Noord-Holland
Van de op deze lijst genoemde instanties is geen bericht ontvangen
van de instantie genoemd onder 4.
De onder I, 2, 7, 10, 14, 15, 16, 17, 18. 21 en 22 genoemde instanttes
hebben medegedeeid dat het onttferp-plan geen aanlelding geeft tot het
maken van opmerkingen.
De overige instanties hebben gereageerd zoals hierna verkort ts weer-
gegeven. Haar deze reacties een antwoord verlangen, is blj de betreffende
passages daarop ingegaan. Voorzover de reacties meermalen gegeven zljn,
is volstaan met een eenmalige beantwoording