4e afd. 15 december 1983 137
2. De direktie van Wasserij Van Houten B.V.
De direktie van het bedrijf kan begrip hebben voor de noodzaak tot
woningbouw op de onderhavige lokatie, mits de bedrijfsvoering daar-
door niet wordt gestoord.
In haar bezwaarschrift richt de direktie zich tegen de gevolgen die
realisering van het bestemmingsplan vanwege de milieu-aspekten voor
de bedrijfsvoering zal hebben.
Duidelijkheid dient h.i. te bestaan omtrent de aard van te treffen
voorzieningen en de wijze van bekostiging daarvan.
Ingeval van overschakeling van de bedrijfsinstallaties op aardgasver-
bruik wordt toepassing van het grootverbruikerstarief bepleit.
Voorts wordt gewezen op een minimale bebouwingsafstand van 20 m van
de woningen tot de erfafscheiding van het bedrijf en de wenselijkheid
van het isoleren van de toekomstige woningen tegen geluidsoveriast.
Er is reeds onderzocht welke voorzieningen getroffen zouden moeten wor-
den bij realisering van de in het plangebied geprojekteerde woningen.
Overleg is gaande tussen het bedrijf, de gemeente en de provincie over
de exacte uitvoering en de financiering van de daarmee gepaard gaande
kosten. Voor wat dit laatste betreft kan vermeld worden dat 50 tot 70%
van de kosten van de voorzieningen gedekt zal worden door een bijdrage
op grond van de Bijdrageregeling sanering milieuhinderlijke bedrijven
in de woonomgeving. De overige kosten komen ingevolge het bepaalde in
deze regeling in principe ten laste van het bedrijf doch of, en zo ja
in hoeverre van gemeentewege (een deel van) de kosten gedragen zullen
worden, is afhankelijk van de definitieve raming en het overleg met het
bedrijf. Het lijkt daarbij reëel dat ten laste van het bedrijf komende
kosten van die voorzieningen/verbeteringen, die ook zonder dat er sprake
zou zijn van woningbouw, getroffen zouden moeten worden.
De opmerking over toepassing van het grootverbruikerstarief betreft geen
bezwaar in stedebouwkundige zin.
Volgens het programma van eisen voor het vervaardigen van een uitwer-
kingsplan dient ten westen van het bedrijf en de platenperserij een
bebouwingsafstand van 20 m te worden aangehouden; tezamen met te tref-
fen voorzieningen wordt hiermee een etmaalwaarde van max. 45 dB(A) op
de gevel bereikt, hetgeen het treffen van aanvullende isolerende