4e afd.
15 december 1983
137
Artikel 4 Hoogtematen
1. Tenzij in hoofdstuk II anders is voorgeschreven geeft het op de
kaart achter een Xetter of lettercombinatie ingeschreven eerste
arabische cijfer de maximaal toelaatbare goot- en boeibordhoogte
van gebouwen in meters aan, alsmede de maximale bouwhoogte van bouw-
werken, geen gebouwen zijnde.
2. Het op de kaart achter een letter of lettercombinatie ingeschreven
tweede arabische cijfer geeft de maximaal toelaatbare bouwhoogte van
gebouwen in meters aan.
Deze mag slechts worden overschreden door schoorstenen, antennemasten
en andere ondergeschikte bouwdelen.
3. Geen deel van het gebouw waarvan de maximaal toelaatbare goothoogte
ls bepaald mag uitsteken buiten de denkbeeldige vlakken, die de betref-
fendi gevels snijden ter hoogte van de maximum goothoogte en terugval-
len onder hoeken van 70° met de horizon.
Deze bepaling is niet van toepassing op schoorstenen, dakkapellen,
antennemasten en andere ondergeschikte bouwdelen.
4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het stellen van nadere
eisen ten aanzien van de in lid 3 genoemde maximale hellingshoek indien
zulks noodzakeiijk is ter verhoging van een zo goed mogelijke aanslui-
ting bij bebouwing op belendende bouwpercelen met dien verstande dat:
a. daardoor de gebruiksmogelijkheden van de te bouwen dakconstructie
niet onevenredig worden beperkt;
b. de hellingshoek niet wordt teruggebracht tot minder dan 30o.
-27-