4e afd. 15 december 1983
•137
Avtikel 13 Erf (E)
I De
a.
b.
gronden met de bestemming erf zijn bestemd voor:
fciju UCBLCUIU vuu I
erven bij de gebouwen op de aangrenzende bebouwingsstrook;
paden, die noodzakelijk zijn voor een goede bereikbaarheid van de
erfbebouwing;
c. praktijkruimten aangebouwd aan de woonhuizen op de aangrenzende
gronden;
dnleC voor bewoning bestemde bijgebouwen die verband houden met
de bestemming van de in de aangrenzende bebouwingsstrook gelegen
gronden, zoals autoboxen en bergplaatsen;
ebouwwerken, geen gebouwen zijnde, die verband houden roet de be-
stemming van de in,de aangrenzende bebouwingsstrook geleeen
gronden.
2. De ingevolge lid 1 toelaatbare bouwwerken mogen uitsluitend worden
gebouwd met inachtneming van de op de kaart en de hierna gegeven aan- Lr™
wijzingen:
a. van de oppervlakte van de in lid I bedoelde gronden mag per woon-
huis ten hoogste 30- met een maximum van 30 m2 - worden bebouwd
ten behoeve van autoboxen en bergplaatsen
b. van de oppervlakte van de in lid 1 bedoelde gronden mag per woon- iH
hurs ten hoogste 40% - met een maximum van 40 m2 - worden bebouwd H
ten behoeve van praktijkruimten, alsmede autoboxen en bergplaatsen
c. van de oppervlakte van de in lid 1 bedoelde gronden die behoren
bij bedrljven op gronden met de bestemming woondoeleinden en be-
dnjven, mag ten hoogste 75% worden bebouwd;
de bouwhoogte van erfafscheidingen mag ten hoogste 1.80 m bedragen jjjj
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen
a. het bepaalde in lid 2 onder a voor het vergroten van de maximaal S
toelaatbaar te bebouwen oppervlakte, met dien verstande dat:
1. vrijstelling uitsluitend mag worden verleend ten behoeve van de
bouw van aanbouwen van de zijgevel van een eindwoning;
2. van de bij een eindwoning behorende gronden met de in lid 1 i
bedoelde besterming ten hoogste 40% mag worden bebouwd met U
een maximum van 40 m2; a|
b. het bepaalde în lid 2 onder b voor het vergroten van de maximaal fl
toelaatbaar te bebouwen oppervlakte ten behoeve van de bouw van
praktrjkruimten behorende bij een woonhuis op de aangrenzende
bebouwxngsstrook tot een maximum van 50 m2K
4. Een vrijstelling als bedoeld in lid 3 wordt niet verleend dan nada,
OOBml881e voor ruimtelijke ordening en volkshuisvesting is gehoord kl
en dan nadat belanghebbenden gedurende 30 dagen na publicatie in de
gelegenheid zijn gesteld daartegen schriftelijk bezwaren in te dienen
-37
d
3.
van