Wethouder Baar heeft beleidsintentie 61 één- en andermaal gelezen; het is een lange intentie en hij leest er nu het volgende uit: "Het gemeente bestuur mag daar waar op dat terrein van internationale samenwerking duide- liik initiatieven vanuit de burgerij ontstaan, een stimulerende eventueel koördinerende rol spelen". Dat staat er letterlijk en er worden voorbeelden qeqeven, zoals de organisatie die zich met de hulp aan Polen bezighoudt. In ieder qevai zijn dan ook initiatieven bedoeld die duurzaam van waarde zijn. Hi i heeft begrepen dat er al een voorlopige bespreking in de commssie alge- mene bestuurszaken heeft plaatsgevonden en dat er daar ook op îs gewezen dat er in deze gemeente nogal wat initiatieven zijn. De heer Borghouts is blij dat de wethouder het als een voorlopige be- spreking heeTtgizTën; hij is blij met deze reaktie. De voorzitter wijst erop dat er nu alleen maar sprake is van een toe- 1ichting~van het~minderheidsstandpunt. Wethouder Baar stelt vast dat er binnen deze gemeente een aantal îni- tiatieven zijn, waarvan men ook kan zeggen dat ze van duurzame waarde zijn, daar zal men niet over van mening verschillen. Als dus m de întentie wordt qezeqd dat in dat geval een ondersteunende rol van de gemeente mogelijk wordt geachtdan denkt hij dat het gemeentebestuur zich op een gegeven mo- ment - dat moment kan ergens in deze raadsperiode liggen - moet afvragen of het de zaak eens op een rijtje moet proberen te knjgen en zich moet ®fvn gen in hoeverre hier iets zou moeten gebeuren. Dat is sprekers simpele b nadering en dan komt daar inderdaad de solidanteitswinkel bij m de kijker, maar het zou hem een te ad hoc-benadering zijn als nu z°u w°nien bes1oton om in het kader van beleidsintentie 61 uitsluitend met betrekkmg tot de informatiekrant te zeggen om daar wel of niet iets aan te doen. Naar zijn oordeel moet, als al deze initiatieven duidelijk zijn en op een nj staan, dit in zijn totaliteit en integraal bekeken worden vanuit de vraag ot er voor de geineente een stimulerende rol ligt en zo ja, hoe die dan inhoud zou moeten worden gegeven, ook financieel. De fraktie van mevrouw IJsselmuiden blijft toch bij haar mening dat de aktiviteiten van de solidarTteitswinkeI behoren tot het sociaal-cultureel proqramma. Twee aktiviteiten daarvan worden ondersteund door de gemeente, namelijk de markt en de voorlichtingsaktiviteiten op de scholen. De voor- 1 ichtingsbijeenkoinsten, de derde aktiviteit, worden nu met ondersteund, dat zit in het advies van het sociaal-cultureel programma. Zij denkt dat men in de geest handelt van de beleidsintentie door deze twee aktiviteiten te ondersteunenalleen de derde aktiviteit niet. Voorts sluit zij zich aan bij wethouder Baar die vraagt wat de invullmg van beleidsin tentie 61 is. Dat houdt in konkreto in dat de imtiatieven yanuit de burge- rij getoetst worden naar haar mening en dat die eventueel als dat nod g s ondersteund worden. Inderdaad kan één van die initiatieven de solidariteits winkel zijn. Mevrouw Snoep neemt graag aan dat het inforniatiekrantje beoogt infor- matie te gevëïTTineinde bewustwording te bevorderen. Volgens haar îs dat niet anders dan vorming. Zij is het dan ook eens met het college dat het een zaak is die thuishoort bij het sociaal-cultureel werk Zij vraagt met mevrouw IJsselmuiden waar het anders onder zou moeten vallen. Het elemenc van de vorming is getoetst door de commissie specifiek welzijn en daarover zeqt de commissie dat in het informatieblad het vomiingsaspekt m onvol- doende mate aanwezig is; er is geen sprake van procesmatige viteiten. Zij vindt dat een duidelijke uitspraak. Zij heeft dit overigens in eerste instantie ook al gezegd. 15 december 1983

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1983 | | pagina 22