4e afd.
23 februari 1984
22
9.3 Indien voor partijen vaststaat dat de te volgen procedure(s) in
het kader van de wet op de ruimtelijke ordening en/of de woning-
wet etc. ieiden/leidt tot een vertraging van meer dan 2 jaar,
ten opzichte van het tijdschema en gerekend vanaf de eerste ter
vissie legging van de ontwerp-uitwerking van het bestemmingsplan
staat het ieder der partijen vrij de overeenkomst te beëindigen.
Een partij zal hiertoe eerst overgaan nadat zijgedurende een
periode van maximaal 3 maanden, met de wederpartij overleg ge-
pleegd heeft over een mogeiijke wijziging van de opzet van het
projekt. Indien dit overieg niet tot resuitaat leidt, zal geen
verrekening piaatsvinden van door partijen gemaakte planvoorbe-
reidings- en ontwikkelingskosten.
9.4 Indien de overeenkomst op grond van het in artikel 9.3 bepaalde
is geëindigd, staat het de gemeente vrij de procedures in het ka-
der van de wet op de ruimtelijke ordening en de woningwet etc.
niet verder voort te zetten.
Worden deze procedures wel voortgezet en leiden deze alsnog tot
het verlenen van (een) bouwvergunning(en) voor het projekt, dan
zal de gemeente in overleg treden met de projektontwikkelaar
voor het sluiten van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst.
Bij het formuleren van de nieuwe overeenkomst zulien partijen uit-
gaan van het gestelde in de ontbonden overeenkomst, tenzij gewij-
zigde omstandigheden zich hiertegen verzetten, in welk geval de
overeenkomst aan deze omstandigheden zal worden aangepast.
9.5 Wanneer naar objektieve maatstaven is vast te stellen dat de te
volgen procedure(s) in het kader van de wet op de ruimtelijke or-
dening en/of de woningwet etc. niet zullen/zal leiden tot het ver-
lenen van bouwvergunning(en) voor het projekt, zullen partijen
overleg plegen over de aanpassing van het programma, het projekt
en het tijdschema.
Indien dit overleg ieidt tot overeenstemming, wordt het projekt
opnieuw in procedure gebracht. Partijen dragen zelf de additionele
kosten die voor partijen uit deze aanpassingen voortvioeien.
-12-