4e afd. 29 maart 1984 VASTSTELLING AANTAL TE VORMEN BASISSCHOLEN 30 Heemstede, 22 februari 1984. Aan de raad, Ingevolge artikel E3, eerste lid, Overgangswet wet op het basisonderwijs dient u voor 1 april 1984 te besluiten dat het aantal te vormen ba- sisscholen op grond van artikel E2 van genoemde overgangswet voorziet in voldoende gelegenheid tot het volgen van openbaar onderwijs, dan wel dat daartoe meer basisscholen nodig zijn. Artikel E2 van de overgangswet geeft aan in welke gevallen scholen zonder meer basisscholen kunnen worden. Uitgangspunt van deze "auto- matische overgang" vormt het aantal leerlingen dat op 16 januari 1983 de op 1 januari 1984 bestaande openbare kleuterscholen en lagere scho- len in Heemstede bezocht. Het aantal basisscholen op grond van artikel E2 wordt via de volgende formule gevonden: Totaal aantal kleuters op 16-1-1983 20 Aantal g.l.o.-scholen waarvan het leerlingenaantal op 16-1-1983 55 bedroeg b Als a b dan is het maximum aantal basisscholen dat op grond van artikel E2 van de overgangswet gevormd kan worden. In deze formule moeten de leerlingen van de Crayenesterbasisschool buitën beschouwing gelaten worden, omdat deze school als experimen- tele basisschool op grond van art. E6 van de Overgangswet overgaat. Het aantal kleuters aan de openbare kleuterscholen te Heemstedé be- droeg op 16 januari 1983: 85 (exclCrayenesterkleuterschoolzodat in bovenstaande formule a 85/20 4,25. Naar boven afgerond is dit 5. Het aantal openbare lagere scholen waar op 16 januari 1983 55 of meer leerlingen aan verbonden waren, bedraagt 2 (exclCrayenesterschool zodat b 3. (- Voorwegschool 145) (- Berkenrodeschool 102) _j_ (- Dreefschool 57).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1984 | | pagina 1