GEWIJZIGD EXEMPLAAR
4e afd. 29 maart 1984 38
8e WIJZIGING ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING
Heemstede, 13 maart 1984.
Aan de raad,
Ingevolge het bepaalde in artikel 125, derde lid, van de Algemene Plaat-
selijke Verordening is het verboden op of aan de weg of een voor het pu-
bliek toegankelijke plaats vuurwerk, als bedoeld in bijlage III, onder
III, letters A tot en met D, van het Reglement Gevaarlijke Stoffen, bij
zich te hebben en/of te bezigen (dit betreft o.m. rotjes, vuurpijlen en
voetzoekersVolgens het vierde lid van dat artikel geldt dat verbod
niet voor wat betreft het bij zich hebben gedurende de periode van 27 tot
en met 31 december, mits men het vuurwerk niet langer bij zich houdt dan
gedurende de tijd die nodig is om na het in ontvangst nemen van het vuur-
werk thuis te komen.
In Haarlem en andere gewestgemeenten gelden met betrekking tot het bij
zich hebben van vuurwerk, als hiervoor bedoeld, afwijkende regelingen.
In 1981 en 1982 is in gewestelijk verband gesproken over een uniformering
van de regelingen, doch daartoe is het (nog) niet gekomen.
Mede in verband met ernstige klachten over het gebruik van vuurwerk in
de laatste weken van het jaar, menen wij dat het gewenst is het aantal
dagen waarop bedoeld vuurwerk mag worden afgeleverd, te beperken tot de
laatste drie werkdagen van het jaar; deze beperking kan door ons college
worden opgenomen in de vergunningen als bedoeld in artikel 34, eerste lid,
van het Reglement Gevaarlijke Stoffen.
Het vierde lid van artikel 125 van de A.P.V. dient daarbij naar ons oor-
deel te worden aangepast.
Eenzelfde regeling geldt in de gemeente Haarlem; in Bennebroek is het
aantal afleveringsdagen slechts twee.
Wij hebben over het voornemen tot beperking van het aantal afleverings-
dagen de plaatselijke vuurwerkhandelaren gehoord; zij achten blijkens het
voor u ter inzage gelegde verslag van de gehouden bespreking een aantal
van drie afleveringsdagen te weinig en vrezen een daling van de omzet.
In aanmerking nemende dat het aantal afleveringsdagen thans meestal vier
is (in de periode van 27 tot en met 31 december valt immers meestal een
zondag), zodat de beperking in de meeste jaren één dag omvat, alsmede