4e afd.
29 maart 1984
38
vuurwerken, genoemd onder E tot en met J van de lijst van vuurwerken
als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder f van het Reglement Ge-
vaariijke Stoffen (hierna genoemd: de lijst van vuurwerken).
2. Van het verbod, gesteld in artikei 37, eerste lid, van het Reglement
Gevaarlijke Stoffen, tot het afleveren van vuurwerk, als bedoeld in
de lijst van vuurwerken, door dan wel aan personen die de ieeftijd
van 18 jaar nog niet hebben bereikt, geldt vrijstelling voorzover be-
treft:
a. het afleveren van vuurwerk genoemd onder de letters E en H, met
dien verstande dat deze vrijstelling niït geldt voor het afleve-
ren van vuurwerk door personen die vallen onder het verbod tot
het verrichten van arbeid op grond van de Arbeidswet 1919,
b. het afleveren van vuurwerk genoemd onder de letters A, B, C, D,
F, G, Ien J aan en door personen die de leeftijd van 16 jaar
hebben bereikt.
3. Het is verboden op of aan de weg of op een voor het publiek toegan-
kelijke plaats vuurwerk, genoemd onder de letters A tot en met D
van de lijst van vuurwerken bij zich te hebben en/of te bezigen.
4. Het in het derde lid gestelde verbod geldt niet voor wat betreft het
bij zich hebben gedurende de laaste drie werkdagen van een kalender-
jaarmits men het vuurwerk niet langer bij zich houdt dan gedurende
de tijd die nodig is om na het in ontvangst nemen ervan thuis te ko-
men
Het in het derde lid gestelde verbod geldt niet voor wat betreft het
bij zich hebben en het bezigen op 31 december na 20.00 uur tot 1
januari daaropvolgend tot 02.00 uur
5. Het in het derde lid gestelde verbod geldt niet voor het vervoer van
de in dat 1id bedoelde vuurwerken, waarvoor een vergunning is ver-
leend krachtens de Wet Gevaarlijke Stoffen.
6 Indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan door
burgemeester en wethouders, dan welindien het bezigen van vuurwerk verband
houdt met een openbare vermakelijkheid, door de burgemeester van het
in het derde lid gestelde verbod ontheffing worden verleend voor ande-
re tijden dan de in het vierde lid genoemde.
7. Het is verboden vuurwerk, genoemd onder de letters A tot en met J van
de lijst van vuurwerken, op of aan de weg of op een voor het publiek
toegankelijke plaats te bezigen indien zulks gevaar, schade, hinder
van ernstige aard of overlast kan veroorzaken. - 5 -