101
30 mei 1984
II. Lijst van inededelingen en ingekonien Stukken.
1. Besluit van gedeputeerde staten tot goedkeuring van de begrotings-
wijziging, modei 0, 1983, nr. 50.
2. Brief van gedeputeerde staten, houdende machtiging tot het doen van
deuitgaven geraamd in de lOe, 11e en 12e wijziging van de begroting
algemene dienst 1984 en de 7e, 8e en 9e wijziging van de begroting
g.t.b. 1984.
3. Besluit van gedeputeerde staten tot verdaging van de beslissing op
het raadsbesluit van 29-9-1983, nr. 95, inzaice vaststelling bestem-
mingsplan "Rivierenwijk"
4. Een aantal rapporten van het centraal bureau voor verifikatie en fi-
nanciële adviezen der V.N.G. inzake gehouden kontrôles van administra-
ties.
5. Brief van de Stichting Volk voor Vrede inzake de plaatsing van kernwa-
pens.
6. Brief van de Stichting Vredes Politiek met folder "Kruisraketten, is
dat nou echt wel zo nodig?".
Oe stukken, vermeld onder de punten 1 t/m 6, worden voor kennisgeving
aangenomen.
7. Brief van de heer S.J. de Vries inzake het bouwen zonder vergunning.
Burgemeester en wethouders stellen voor de brief ter afdoening in hun
handen te stellen; de commissie voor ruimtelijke ordening en volkshuisves-
ting zal worden geînformeerd over de afdoening.
De fraktie van de heer Borghouts zou graag zien dat de brief wordt be-
handeld in de commissie beroep- en bezwaarschriften. Zij beschouwt deze
brief toch als een verzoek aan de raad, anderen zullen zeggen: als een
kreet aan de raad, om eens te kijken wat voor onrecht hem is aangedaan.
Hoewel niet geformaliseerd fungeert de commissie beroep- en bezwaarschrif-
ten toch als zodanig ook wel als commissie voor de verzoekschriften.
Vandaar dat sprekers fraktie het een goede plaats acht deze briëf daar te
behandelen.
De fraktie van mevrouw Van der Pas heeft kontakt gehad met degene die
de brief verstuurd heeft. 7ij vraagt zich af of het een juiste gang van
zaken is deze brief direkt aan de behandeling van de commissie beroepschrif-
ten te onderwerpen. Zij kan zich ook voorstellen dat er eerst een antwoord
geformuleerd wordt op de vragen en de problemen die er leven inzake deze
problematiek en als dan de heer De Vries medegedeeld wordt dat hij bezwaar
kan aantekenen indien hij het niet eens is met het antwoord, dan kan het
altijd nog in de commissie voor de beroepschriften.
Ilet voorstel van de heer Borghouts heeft niets te inaken met beroep- en
bezwaarschriften. De commissie Jie zo heet fungeert ook als commissie voor
de verzoekschriften.
De heer Van der Hulst denkt dat het juist is om eerst een antwoord te
formuleren en daar de reaktie van de heer De Vries op af te wachten.
De voorzitter antwoordt dat het coilege er vanuit is gegaan dat er een
formele fout door de heer De Vries is begaan, door zich zowel te wenden
tot het bevoegde orgaan, dat is in dit verband burgemeester en wethouders,
als tot de raad. Het college heeft natuurlijk niet de bedoeling de raad
uit te sluiten, maar het meent dat eerst het orgaan dat dit soort vanklach-
ten normaliter moet behandeien daar even naar moet kijken.