2e afd.
28 juni 1984
74
Het is duidelijk dat een kwijtscheldingsbeleid alleen dan rechtvaardig kan wer-
ken, als intern een aantal nomien wordt gehanteerd. Hierop komen wij hierna nog
terug. Wel moet echter nu reeds worden opgemerkt dat deze normstel1ing, gelet
op de recente jurlsprudentie, niet mag leiden tot een gemeentelijke regeling,
waaraan de burgers rechten kunnen ontlenen. Dit betekent dat deze normstelling
gehanteerd zal worden als richtlijn bij de beoordeling van de individuele aan-
vragen om kwijtschelding.
Kosten
Derving inkomsten.
Een aktief kwijtscheldingsbeleid heeft tot gevolg dat inkomsten gederfd wor-
den. Bovendien zijn er personele konsequenties. Dit te kwantlficeren 1s haast on-
doenlijk in dit stadium gelet op het ontbreken van enig inzicht 1n de mate
waarin van de mogelijkheden gebruik gemaakt zal (kan) worden.
Niettemin menen wij een poging te moeten doen om een indicatie te geven.
Verruiming van de mogelijkheld tot afschrljving bij de hondenbelastlng leldt
mogelijk tot een inkomstenderving van 5.000,— 10.000,
Ervan uitgaande dat in 500 gevallen 50% kwijtschelding verleend wordt voor de
huisvuilrechten betekent dit een minder opbrengst van 30.000,
De beide inkomstendervingen kunnen ten laste gebracht worden van de algemene
middelen dan wel gedekt worden door extra verhoging van de desbetreffende belas-
tingen. In dat geval betekent dit een extra verhoging bij de hondenbelastlng
met 5% en bij de huisvuilrechten met 3%.
Als in 500 gevallen 10% kwijtschelding wordt verleend voor het gasverbrulk, be-
tekent dit een lagere inkomst van 90.000,--.
Deze lagere opbrengst komt in mindering op de winst die thans gemaakt wordt.
Wordt dezelfde benadering toegepast op het waterverbruik dan ontstaat een te-
kort van 12.500, Gelet op de doelstelling dat 1n beginsel geen verlles mag
worden gemaakt op deze sektoren, zal hier een extra tarlefsverhoglng tegenover
moeten staan van 1%, zodat dan de exploitatie weer sluitend is.
-10-