28 junl 1984
166
De heer Solleyeld deelt mede dat zljn fraktle, nadat z1j alle argu-
menten op een rij had gezet, geen aanleidlng heeft gevonden om haar goed-
keurlng aan het eerste punt 1n te trekken noch om terug te komen op het
niet akkoord gaan met de twee volgende punten; spreker refereert nu aan
de drie gedachtenstreepjes in het voorstel. Zij vindt het principieel
niet juist om te beslissen over een goedkeuring van een krediet, ook al
kan men daar dan allerlei voorwaarden aan verbinden om het voorlopig
nog niet uit te geven, als de onderliggende informatie die tot die be-
slissing leidt niet duidelijk is.
Zij gelooft dat er nog zoveel andere oplossingen uit de bus kunnen ko-
men dat het gewoon geen zin heeft om dat te doen. Met name doelt spreker
dan nogmaals op de cijfermatige onderbouwing van de behoefte aan het
alarmeringssysteem, de tarifiërlng daarvan en nog een aantal elementen,
die eigenlijk gebaseerd zijn op een zeer globale enquête d1e in de
nota is opgenomen. Zij vindt dat een degelijker onderbouwing noodzake-
lijk 1s.
Over de vraag of zijn fraktie instemt met aard en strekking van de
nota zegt spreker dat het wellicht wat vage begrippen zijn. H1j ten-
deert ernaar om te zeggen: met de aard wel, met de strekking niet hele-
maal
Wat betreft de verdere gegevens waarmee het college zal komen verwacht
zijn fraktie, ook nadat de P.H.-fraktie zich in principe akkoord heeft
verklaard met het hele voorsteldat duidelijk de behoeften kunnen wor-
den aangegeven en ook technische bijzonderheden, zoals het tweeweg-
geschikt maken van het systeem dat over een paar jaar misschien gewoon
goed zal zijn. Ook verwacht zij dat het college toch al lijnen kan aan-
geven volgens welke die behoeften dan zullen lopen. Dat maakt de be-
sluitvorming gemakkel1jker.
De heer Kroon heeft in eerste instantie inzake de alarmering ge-
zegd dat er nog wat andere systemen en mogelijkheden eventueel zouden
worden onderzocht. Hij kan zich aansluiten bij de woorden van mevrouw
Proost als zij vraagt om een nadere behandeling in de commissie g.t.b.
Wethouder Baar begrijpt dat de raad in meerderheid bereid is de
gevraagde kredieten beschikbaar te stellen, weliswaar onder voorbe-
houd van een nadere diskussie over de wenselijkheid van het systeem
zoals nu wordt voorgesteld met betrekking tot de alarmering. Spreker
heeft daar geen moeite mee. Hij is graag bereid dat voorbehoud te
aanvaarden en stelt het toch wel op prijs dat in ieder geval deze kre-
dieten worden beschikbaar gesteld en dat de besteding van twee van de
drie kredieten afhankelijk zal zijn van het nadere beraad in commissie-
verband over de meest wenselijke weg voor de bejaardenalarmering.
Spreker betreurt dat de heer Solleveld op zijn standpunt is blijven
staan. Als de heer Solleveld het principieel niet juist vindt om te
beslissen zolang de onderbouwing niet degelijk is, dan denkt spreker
dat hij zich dan mogeiijk ook had kunnen vinden in het voorstel zoals
mevrouw Proost heeft gedaan en door de heer Kroon is geaccepteerd,
omdat de vragen die er dan nog zijn met betrekking tot het meest
wenselijke systeem van de alarmering nog nader bekeken worden.
Alle informatie, ook zoals spreker die vanavond heeft verstrekt, zal
hij presenteren in de augustusvergadering van de commissie.