28 junl 1984
172
In haar nota over het gemeentel1jke beleid in de (bijna) laagst betaal-
den stelde sprekers fraktie voor ook de zwembad- en bibliotheektarieven
in het pakket op te nemen. Daarvoor is, dat is in voorgaande besprekin-
gen gebleken, geen raadsmeerderheid te kreëren. Zij neemt wel aan dat
bij de evaluatie over een jaar ook bezien wordt of dat alsnog kan.
Spreker vraagt of de wethouder daarop kan antwoorden.
ln de nota van zijn fraktie staat ook het voorstel om met partikuliere
organisaties in kontakt te treden teneinde te bezien of ook deze in
hun tarievenbeleid rekening kunnen houden met de minst draagkrachtigen.
Oie mogelijkheid is niet onbekend in Heemstede. In het voorstel van
het college is daarover niets te vinden. Spreker vraagt wat daarvan de
reden is.
Tot slot zegt spreker dat zijn fraktie uitermate blij is dat in Heem-
stede de raadsmeerderheid, gevormd door de C.D.A.-fraktie en sprekers
fraktie, zullen besluiten tot een aktief kwijtscheldingsbeleid ten
aanzien van de laagst betaalden. Nog een paar maanden geleden zag zij
dat somber in. Haar blijdschap is echter toch van een beperkte omvang.
Natuurlijk hoopt zij de financiële ellende van de laagst betaalde
inwoners met dit beleid te verlichten. Maar toch, het blijft een be-
scheiden bijdrage. En eigenlijk zou deze bijdrage overbodig moeten
zijn.
Eigenlijk zou het beleid ten aanzien van het inkomen van de laagst
betaalden dit niet nodig moeten maken. Maar het voeren van een inko-
mensbeleid behoort niet tot onze bevoegdheid. Dat beleid behoort tot
de kompetentie van de regering samen met het parlement. Spreker hoopt
dat de beslissing die de raad vanavond neemt voor die mensen, het zo-
veelste signaal is dat er iets moet veranderen aan het rijksbeleid.
En meer nog hoopt hij dat de signalen ook zullen leiden tot de zo
broodnodige verandering.
Mevrouw Bierman brengt naar voren dat er mensen zijn voor wie het
vrijwel onmogelijk is geworden de financiële verplichtingen na te komen,
ook jegens de gemeente.
Daarnaast is er een grote groep mensen, die er in deze tijd slechts
met de grootste moeite in slaagt de eindjes aan elkaar te knopen.
Dat is een gegeven waarmee men als gemeentebestuur rekening wil en ook
moet houden: bij het in stand houden of kreëren van voorzieningen en
bij het vaststellen van tarieven. Z1j spreekt in algemene z1n van "ta-
rieven"omdat het steeds weer onderscheiden van belastingen, retribu-
ties en vergoedingen weinig zin heeft wanneer men over principiële
zaken praat.
De V.V.D.-fraktie is van mening dat het voor de hand ligt om wanneer
mensen letterlijk onvoldoende draagkracht hebben om te betalen, te
bezien welke tarieven verlaagd zouden kunnen worden - bij voorkeur
door de kosten voor de gemeente te drukken - en welke tarieven voor
differentiatie in aanmerking komen. Uit niets blijkt dat het college
de mogelijkheden van tariefsverlagingmet uitzondering van de hon-
denbelasting, over de gehele linie (dus geldend voor iedereen) of
de mogelijkheden van wat spreekster gemakshalve dalurentarieven wil
noemen, Uberhaupt onderzocht heeft.
Haar fraktie vraagt zich af waarom het college een dergelijke voor
de hand liggende weg niet is ingesiagen. Het wezenlijke verschil met
de voorgestelde kwijtscheldingen is gelegen in het feit dat uitvoe-