2e afd.
30 november 1984
127
Artikel 32
1. Een overlegvergadering kan slechts worden gehouden wanneer van de com-
missie ten minste de helft van het aantal leden aanwezig is.
2. De overlegvergadering wordt geleid door beurtelings het hoofd van de
tak van dienst en de voorzitter van de commissie, tenzij hij en de
commissie een andere regeling treffen.
3. In overleg met de commissie zorgt het hoofd van de tak van dienst voor
ambtelijke bijstand voor de voorbereiding en verslaglegging van de
overlegvergadering.
4. De agenda van de overlegvergadering bevat de onderwerpen die door het
hoofd van de tak van dienst onderscheidenlijk de commissie bij de se-
cretaris van de overlegvergadering zijn aangemeld.
5. Het hoofd van de tak van dienst en de commissie kunnen voor de over-
legvergadering gezamenlijk een vergaderreglement opstellen. Indien er
geen vergaderreglement is opgesteld is het bepaalde in hoofdstuk 5
van overeenkomstige toepassing.
Artikel 33
1. In de overlegvergadering worden aan de orde gesteld alle onderwerpen,
waarover de commissie ingevolge artikel 13 beraadslaagt en die door
het hoofd van de tak van dienst onderscheidenlijk de commissie voor
overleg worden aangemeld.
2. De commissie wordt door het hoofd van de tak van dienst tijdig in de
gelegenheid gesteld zich te beraden over een door hem voorgenomen
maatregel inzake een onderwerp waarover op grond van het eerste lid
beraad in de overlegvergadering plaatsvindt.
3. De commissie kan het hoofd van de tak van dienst buiten de overleg-
vergadering schriftelijk en voorzien van een toelichting haar mening
geven over de onderwerpen, waarover de commissie ingevolge artikel 13
beraadslaagt.
4. Een maatregel inzake een onderwerp, als bedoeld in het eerste lid,
dan wel als bedoeld in het derde lid, wordt door het hoofd van de tak
van dienst niet genomen dan nadat deze aangelegenheid ten minste één-
maal in de overlegvergadering is behandeld.
5. Zo spoedig mogelijk na de overlegvergadering deelt het hoofd van de
tak van dienst - desgevraagd schriftelijk - mede of en in hoeverre
hij overeenkomstig de zienswijze van de commissie zal besluiten.
-15-