2e afd.
30 november 1984
127
5. Burgemeester en wethouders stellen, na overleg met de organisaties, in
ieder geval over de volgende onderwerpen, nadere regels vast:
a. de werkzaamheden van de Kiescommissie/het stembureau;
b. de inrichting van de verkiezingen;
c. het vaststellen en bekendmaken van de uitslag van de stemmingen;
d. het in funktie treden van de leden van de Medezeggenschapsconmis-
sie;
e. de voorziening in tussentijdse vakatures in de Medezeggenschaps-
commissie.
Artikel 9
1. De voorzitter en de secretaris, alsmede hun plaatsvervangers worden
door de Medezeggenschapscomnissie uit hun midden gekozen.
2. De Medezeggenschapscommissie draagt zorg dat de namen en de funkties
van de leden van de commissie aan het hoofd van de tak van dienst, het
personeelalsmede degenen die kandidatenlijsten hebben ingediend, be-
kend kunnen zijn.
Artikel 10
1. De zittingsduur van de Medezeggenschapscommîssie - in dit hoofdstuk
verder te noemen de commissie - is vier jaren.
2. De zittingsduur van de leden eindigt op de dag waarop de nieuwe leden
în funktie treden.
3. Het lid van de commissie dat zijn werkzaamheden bij de tak van dienst
beëindigt of voor het 1idmaatschap bedankt, verliest met ingang van
de datum van beëindiging of het bedanken zijn zetel in de commissie.
Artikel 11
1. Burgemeester en wethouders kunnen tussentijds verkiezingen doen hou-
den:
a. op verzoek van de commissie;
b. bij gelîjktijdig aftreden van alle leden van de commissie voor de
dag bedoeld in artikel 10, tweede lid;
c. in geval het aantal leden van de commissie kleiner is dan de helft
van het aantal van de conmissie op grond van artikel 3 toekomende
zetels, en tussentijdse vervulling van vakatures zonder nieuwe ver-
kiezing niet mogelijk is;
-7-