331 Voorzitter: de heer Jhr.mr. O.R. van den Bosch, burgemeester. Teqenwoordig zijn de leden: mevrouw M.S.C. Lindeboom-Mousmevrouw S E.A Noorman-den Uylde heer mr. H.C.J.L. Borghouts, mevrouw E Proost-Tedersde heer J.F. de Bruijn, mevrouw H.A.Th.G. IJsselmuiden, de heer ing. M.J.M. van der Hulst, mevrouw M.A.C. Karssen, de heren J.G.B. Kroon en E. Klinkert, mevrouw S. van der Pas-Bouman, de heren mr P H Lefebvre, F. van Item en drs. E. Veen, mevrouw mr. A.J. Snoep- Mook.'de heren ir. P.G.J. Solleveld en ing. K.J. Albrecht en de wethou- dersmevrouw mr. M.E. Bierman-Beukema toe Water en de heren Arnoldy, drs.'s. Baar en drs. A.H.M. van Amerongen. Secretaris: de heer drs. W.H.. van den Hoek. De voorzitter heropent de vergadering en stelt aan de orde de memo- rie van antwoord. Vraag 1. De heer Van Item deelt mede dat zijn fraktie zich kan vinden in het antwoord en de konstatering dat de produktiviteit door deze învoering niet is beïnvloed. Vraag 2. De heer De Bruijn zegt dat gisteravond al op deze zaak is ingegaan. Hij hoopt dat de wijze van uitvoering van de nota op korte termijn aan de raad wordt voorgelegd en dat dit ook inderdaad in januari zal zijn. Vraag 3. Mevrouw Noorman deelt mede dat de g.t.b.-planning de komende jaren^ uitvoerige verkeers- en herinrichtingsprojekten bevat. Daarbmnen moet de urgentie van verkeersmaatregelen ter wille van de verkeersveiligheid versus de urgentie van de herinrichtingsplannen en efficiency van be- drijfsvoering worden afgewogen. Dat is in de ogen van haar fraktie die uitzonderlijke situatie die het college aangeeft op grond.waarvan zij gevraagd heeft om een gekombineerde vergadering. Alleen tijdens een dis- kussie in zo'n vergadering is het mogelijk om tot een goede afweging te komen van de verschillende argumenten. Zij vraagt het college daarom of het alsnog bereid is, meewegend het feit dat de commissie hierom una- niem verzocht heeft, het standpunt nog eens te heroverwegen. De heer Kroon merkt op dat volgens zijn fraktie de g.t.b.-planning kan worden FTjiisteld in de g.t.b.-commissie. Via de vei^^enwoordigers van de verschi1lende frakties in de commissie voor het g.t.b kunnen in principe alle raadsleden hun inbreng hebben. Daarom is zijn fraktie ook eens met het antwoord van het college. De heer Albrecht kan zich volledig in het antwoord vinden, maar ge- zien de toch wel komplimenterende belangen acht hij de beschikbaars

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1984 | | pagina 1