afd. 20 december 1984 149
VASTSTELLING INSPRAAKVERORDENING
Heemstede, 6 november 1984.
Aan de raad,
Op grond van artlkel 8 van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing (WSDV),
welke wet op 1 januari 1985 van kracht wordt, dient in elke gemeente een
inspraakverordening te worden vastgesteld, waarin regelen worden gesteld
met betrekking tot de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente een be-
lang hebbende natuurlljke personen en rechtspersonen bij het gemeente-
lijk beleid inzake de stadsvernieuwing worden betrokken.
In dit artikel wordt bepaald dat in deze verordening in ieder geval ge-
regeld dient te worden:
- de wijze waarop beleidsvoornemens bekend worden gemaakt;
- de wijze waarop ingezetenen e.a. hun mening omtrent deze beleidsvoor-
nemens kenbaar kunnen maken;
- de rapportering van de inspraakresultaten;
- het beklagrecht.
Een nagenoeg gelijkluidend artikel zal naar verwachting begin 1985 in
de Wet op de ruimtelijke ordening (WRO) opgenomen worden. Het is dan ge-
richt op het betrekken van belanghebbenden bij de voorbereiding van ge-
meentelijke ruimtelijke plannen (o.a. struktuur- en bestemmingsplannen).
Het opnemen van beide artlkelen loopt overigens vooruit op een herziening
van de gemeentewet, waarin een algemene verplichting tot het vaststellen
van een inspraakverordening zal worden opgenomen. Zodra die herziening
van kracht wordt, zullen de voorschriften in de WSDV en de WRO komen te
vervallen.
Aangezien de wijze van inspraak afhankelijk 1s van de aard van de be-
stuurlijke vraagstukken, is het niet mogelijk een algemeen gedetaHleerd
recept te geven van een inspraakregulering.
De bijgevoegde ontwerp-verordening, die gebaseerd is op een model van de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten, heeft dan ook de vorm van een raam-
regeling. Het bevat de eisen waaraan een door ons college vast te stel-
len inspraakprocedure voor een bepaald onderwerp dient te voldoen.
-1-
