20 december 1984
ling 1s daar plotseling voor allerlei stands te gaan zorgen.
De heer Borghouts heeft gesproken over de sltuatie dat een bepaalde or-
ganisatie bepaalde gebruiksrechten heeft, om het zomaar eens uit te druk-
ken, want als men er een aantal jaren heeft gestaan, dan kan het colle-
ge niet plotseling zeggen dat het dat niet meer wil.
Daarvan zegt spreker dat de regeling zodanig is dat het college kan we-
ren of kan doen wat hem belieft uiteraard, zichzelf toetsend aan het oor-
deel van de raad, want als het willekeurig zou handelen dan moet het het
naar sprekers idee op zo'n manier doen dat de raad hem daarover kan aan-
spreken. In principe kan dus ook een club, die dat jarenlang gedaan
heeft, geweerd worden, maar dat zal dan afhangen van de wljze waarop men
de zaken gaat presenteren. Hij denkt dat het niet goed denkbaar is om
plotseiing bepaaide tradlties, als aien daarvan kan spreken, te doorbre-
ken. Ilet recht heeft men, maar spreker denkt dat men dan goed beslagen
ten ijs moet komen, bijvoorbeeld omdat er plotseling allerlei foto's
van kernbonnien met afschuwelijke toestanden - zoals nien ook afschuwe-
lijke afbeeldingen kan hebben - kunnen zijn. In de praktljk heeft spre-
ker in zijn funktle als hoofd van de politie meegemaakt dat men bij
Bloemenhove op een bepaald uioment het pubiiek met af schuwel i jke afbeel-
dingen ging konfronteren. Spreker denkt dat in een dergelijke situatie
het college - en dat hoeft dan niet eens het college te zijn, maar dat
is dan openbaar terrein, dat kan in tweede instantie bij spreker terecht-
komen als hoofd van de politie - misschien zelfs wel de plicht heeft om
daar wat aan te doen.
Dat zijn dus de gradaties waaraan men rnoet denken. Verder staan in dle
regeling nog een aantal zaken, rnaar die kunnen verschuiven.
De heer Solleveid heeft gevraagd of er gewacht moet worden op klachten
van de burgerij die zich ergeren, terwijl men in de regellng kan lezen
dat het college niet verantwoordelijk is voor de inhoud. Spreker heeft
trachten te zeggen dat in het kader van de regeling van melding het col-
lege van geval tot geval vrij is op te treden. Juist ais er in de wijze
van presentatie bepaalde twijfels zijn, dan denkt hij juist dat die ge-
yallen in het college besproken gaan worden zonder dat ieaiand denkt aan
censuur of iets van dien aard. De wijze van presentatie, die ook uit-
drukkelijk genoemd is, van die tdeële koopwaar moet toch op een rede-
lijke manier worden tentoongespreid.
Als er klachten komen dan denkt spreker dat »ien inderdaad wel eens te
laat zou kunnen zijn, trouweps klagen is op zich een legitieme zaak.
Aan de andere kant moet »ien beseffen dat een klacht over mensen die op
een normale redelijke manier met heus niet door iedereen aanvaarde,me-
ningen komen, niet onmiddettijk zat hoeven te leiden tot intrekking,
want als men alles waar iemand zich aan ergert moet gaan verbieden, dan
denkt spreker dat het college daar niets voor voelt.
Eén en ander geldt natuurlijk al naarmate van openbaarheidi er is na-
tuurlijk in eerste instantie een beletd te verwachten en moet er ook
zijn, als eigenaar en beheerder van de gebouwen die voor het pubtiek
toegankelijk zijn. De tweede barriêre is het openbare orde-beleid van
de burgemeester. Dat laatste zal eigenlijk nlet zo uioeten zijn dat hij
tegen dat eerste zal moeten optreden, maar die mogel1jkhetd Is niet uit-
gesloten en daar zouden .theoretisch ook klachten aanletding over kunnen
zijn.
Het geval dat de heer Solleveld noemt in Haarlem is naar sprekers idee
een geval waarvan men zich toch moet afvragen, als daar wat eerder naar
gekeken was, of dat misschien niet yoorkomen had kunnen worden.