386
20 december 1984
Dat zljn allemaal zaken dle de pers halen en spreker denkt dat het op
zlch een heel goede zaak 1s dat de pers er snel achterkomt en dat er
veel publlkatle over is, want dat zljn toch beleidssituaties waar men
zich uitvoerlg over moet verantwoorden. Daar kan men verschillend over
denken, er moet vaak snel opgetreden worden; raadsvergaderingen zijn
er maar êânmaal per maand.
De heer Borghouts wil er geen misverstand over laten bestaan dat ook
)n de opvatting vanzijn fraktie het college ulteindelijk verantwoorde-
lijk is voor het gebeuren in de gemeentelijke gebouwen, ook als - en
dat staat zij eigenlijk voor - de hoofden van dienst ruimte krijgen om
te beoordelen, en met name de direkteur van de bibliotheek, of er een
tentoonstelling, een informatiestand kan komen of niet. Dat brengen de
verhoudingen nu âénmaai met zich. Nu wordt, zoals dat in juridische
termen heet, het mandaat aan dle hoofden van dienst door het college
zonder enige reden teruggenomen. Daarom heeft spreker gezegd dat Heem-
stede wat bureaukratischer wordt, de procedures worden wat langer.
Maar uiteraard was ook in een mandaatsverhouding het college uiteinde-
lijk verantwoordelijk.
De heer Soileveld vindt dat spreker onderuit de zak heeft gehaald.
Dan moet de heer Solleveld nog eens de notulen van elnd mei, toen de
V.V.D.-fraktie ten tweede male op dit punt terugkwam, lezen. Toen haal-
de spreker inderdaad onderuit de zak en vanavond deed hij het heel rus-
tig. Juist aan het eind van deze diskussie heeft spreker gepoogd, we-
liswaar de geschiedenis schetsend, heel rustig naar voren te brengen
waarom zijn fraktie het meerderheidsstandpunt van het college onder-
schrijft.
Dan zegt de heer Solleveld dat PH heel subjektief is. Spreker gaat dat
niet ontkennen, maar als daarmee gesuggereerd wil worden dat de V.V.D.
o zo objektief is, dan gaat spreker dat wel ontkennen, want dat is na-
tuurlijk belachelijk. Elke politieke groepering praat vanuit zijn visie
op de maatschapplj en dan elkaar te yerwijten dat men subjektief bezig
is, dat is toch werkelijk te dol; dan weet men niet waar men mee bezig
is. Als voorbeeld noemt spreker de uitspraak van de heer Solleveld dat
burgers beschermd moeten worden tegen ongewenste beïnvloeding van bui-
tenafAlsof dat geen heel subjektieve uitspraak is. Want wat is onge-
wenste belnvloedirtg? Dat antwoord op die vraag zal voor de heer Solle-
veld wellicht anders liggen dan voor spreker. Dat 1s ook precies de
kern waarom spreker het met hem niet eens 1s over dit soort zaken.
De heer Solleveld: "Gelukkig bent u toch meegegaan met een voorstel
om tenminste hetéên en ander aan regels op te schrijven. Dat betekent
dat u meegegaan bent in deze subjektiviteit.
De heer Borghouts is daarin inderdaad meegegaan, omdat er een veel
hoger belang wordt beschermd door deze "regeling". Zoals de voorzitter
duidel1jk heeft gezegd 1s het natuurlijk geen echte regellng. Dat belang
is het laten funktioneren van de demokratie en dan komt spreker op de
vrijheid van meningsuiting.
Sprekers fraktie 1s van mening dat de stands, zoals die 1n de blbllo-
theek al jarenlang gebruikelljk zljn, een uitvloeisel, een middel, zljn
om 1n deze maatschappij het grondrecht van de vrijheid van meningsuiting
gestalte te geven. Omdat dat zo'n belangrijk grondrecht is wil zij - dat