3
berekening van het bedrag per leerling zouden zijn verwerkt. Dat is echter
niet gebeurd; op een tweetal punten is daarvan in neerwaartse zin afgewe-
ken. Het in de begroting geraamde bedrag per leerling is dan ook aanzien-
lijk hoger dan in dit raadsvoorstelMet deze twee afwijkingen heeft zijn
fraktie nogal wat moeite.
In de begroting 1985 zijn voor het onderhoud van de schoolgebouv(en bedra-
gen geraamd voor stortingen in het onderhoudsfonds. In de berekening van
het bedrag per leerling voor 1985 zijn echter aanzienlijk lagere bedragen
verwerkt, namelijk de door het g.t.b. verwachte bedragen voor werkelijk
onderhoud van de schoolgebouwen. Eigenlijk behoren dus de in de begroting
geraamde bedragen in aanmerking te worden genomen en kan geen genoegen
worden genomen met interne, nadere overwegingen van het college om die
bedragen te wijzigen, vooral niet als dit een verlaging van het bedrag
per leerling betekent. Op zo'n manier bestaat er voor de bijzondere scho-
len, waarvoor het bedrag per leerling is bedoeld, geen rechtszekerheid en
dat zal toch niemand willen.
Als nu töch de geraamde bedragen zouden worden verwerkt en aan het eind
van het jaar blijkt dat de werkelijke kosten van onderhoud lager zijn,
dan kan dit leiden tot een onderschrijding van de totaal voor het open-
baar lager onderwijs over 1985 beschikbaar gestelde bedrag. Deze onder-
schrijding wordt in de 5-jaarlijkse vaststelling van de kosten van het
openbaar onderwijs verrekend met eventuele overschrijdingen in andere ja-
ren. Overschrijdingen zijn niet denkbeeldig. Daarom is het nú wellicht
te hoog vaststellen van het bedrag per leerling weinig zinvol. Sprekers
fraktie gaat in dit geval dan ook akkoord met het in aanmerking nemen van
de lagere bedragen.
Anders is het evenwel met het tweede punt. Bij de berekening van het be-
drag per leerling is door het college buiten beschouwing gelaten een be-
drag van bijna 4.000,— voor vergoeding door de gemeente voor het ge-
bruik van gymnastieklokalen van het bijzonder onderwijs ten behoeve van
de CrayenesterschoolDeze vergoeding betreft naar de mening van sprekers
fraktie geen huur, want op huur hebben de bijzondere scholen geen recht,
omdat hun gebouwen en grond uit de gemeentekas zijn betaald, maar het is
een vergoeding voor verwarming, verlichting, water en schoonhouden van
die lokalen. Het zijn dus gewone exploitatiekosten van het openbaar onder-
wijs.
De bijzondere scholen maken extra kosten en die extra kosten worden ver-
goed. Dat de bijzondere scholen er tweemaal van zouden profiteren als die
4.000,-- in het bedrag per leerling wordt verwerkt, is niet juist. De
vergoeding is zoals gezegd voor de méérkosten van hun gymnastieklokalen
bestemd, terwijl de verwerking in het bedrag per leerling ten behoeve van
de exploitatiekosten van het eigen gebruik bestemd is.
Ook de bijzondere scholen moeten voor het gebruik van andere gymnastiek-
lokalen een exploitatievergoeding betalen, zoals de Prinses Beatrixschool
voor het gebruik van het gymnastieklokaal aan de Offenbachlaan en de Nico-
laas Beetsschool voor het gebruik van de gemeentelijke sporthal
Bovendien nog dit. Als van de gymnastieklokalen van de openbare scholen
gebruik wordt gemaakt door verenigingen en/of bijzondere scholen, worden
de daarvoor ontvangen vergoedingen afgetrokken van de kosten van het open-
baar onderwijs. Zo vindt men in dit raadsvoorstel een aftrekpost van
17.500,-- voor méérkosten terzake de verhuur van gemeentelijke gymnas-
tieklokalen. Enerzijds wordt dus afgetrokken, terwijl er anderzijds niet
bijgeteld wordt. Dit is onjuist.
31 januari 1985