28 februari 1985 25b
AFVLOEIINGSREGELING VOOR HET OPENBAAR BASISONDERWIJS
De raad van de gemeente Heemstede;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op de bepalingen van de Wet op het basisonderwijs
BESLUIT
I. vast te stellen de navolgende
"Verordening betreffende de volgorde van afvloeiing van het onderwijzend
personeel van de openbare scholen voor basisonderwijs".
Artikel 1 Begripsbepalingen
Deze verordening verstaat onder:
a. schooleen school voor basisonderwijs
b. belanghebbende: het lid van het onderwijzend personeel, aangesteld
aan een van de gemeentelijke scholen;
c. diensttijd: de totale tijd doorgebracht in dienst van het onderwijs,
waarbij een aanstelling voor een bepaald aantal uren per week gelijk
geacht wordt aan een aanstelling in volledige dienst, alsmede de tiid
gedurende welke:
- de belanghebbende als dienstplichtige in Nederlandse militaire
dienst was, dan wel vervangende dienst heeft vervuld als bedoeld in
de Wet gewetenshezwaren militaire dienst;
- de belanghebbende in het genot is geweest van een ontslaguitkering
vanwege het ministerie van onderwijs en wetenschappen, het ministe-
rie van landbouw en visserij en/of van de gemeenten, voorzover deze
ontslaguitkering werd toegekend in verband met ontslag uit een on-
derwijsbetrekking;
d. vaste aanstelling: aanstelling voor onbepaalde tijd;
e. tijdelijke aanstelling: aanstelling voor bepaalde tijd;
f. afvloeiing: tussentijds ontslag uit een tijdelijk dienstverband dan
wel ontslag uit een vast dienstverband van belanghebbende op grond
van opheffing van de school of van een betrekking aan de school of
wegens zodanige veranderingen in de inrichting van het onderwijs,
dat de werkzaamheden van één of meer belanghebbenden overbodig worden;
g. protocoleen voor de desbetreffende basisschool opgestelde lijst die
de onderlinge afvloeiingsvolgorde aangeeft van de belanghebbenden die
op 1 augustus 1985 als groepsleraar in vaste dienst aan die basisschool
zijn verbonden en die op 31 juli 1985 aan een openbare kleuter- of la-
gere school binnen de gemeente waren verbonden.
Artikel 2 Afvloeiingsvolgorde
1. Met inachtneming van het in het derde en vierde lid bepaalde vindt
aan de school afvloeiing plaats in de volgende volgorde:
a. eerst de belanghebbende met een tijdelijke aanstelling, met uit-
zondering van de tijdelijk aangestelde ter vervanging;
b- vervolgens de belanghebbende met een vaste aanstelling.
- 4 -