2e afd.
GEWIJZIGD EXEMPLAflR
28 februari 1985
27
5E WIJZIGIHG BEZOLDIGINGSVERORDENING AMBTENAREN 1981
Heemstede, 12 februari 1985.
Aan de raad,
In een circulaire van 19 juli 1984, AB84/U973, heeft de Minister van
Binnenlandse Zaken ons medegedeeld, dat de beginsalarissen van een aan-
tal salarisschalen van het burgerlijk rijkspersoneel ingaande 1 juli
1984 zullen worden verlaagd.
De bedoeling van deze verlaging is het aanbrengen van een beperking in
de beginsalarissen van nieuw in dienst tredend personeel bij de rijks-
overheid zonder beroepservaring.
De op grond van de herziene Ubink-normen in bijlage A van onze bezol-
digingsverordening opgenomen salarisschalen komen, behoudens de oude
tussenschalen 10A en 11A, qua nummering overeen met de schalen, die in
het BBRA zijn opgenomen.
De hiervoor bedoelde verlaging heeft betrekking op acht BBRA-schalen en
wel de zogenaamde wervingsschalen 3, 4, 6, 7 en 10 en voorts de schalen
8, 9 en 11, die om redenen van systematiek zijn gewijzigd. Tegelijker-
tijd zijn de leeftijdssalarissen voor jeugdige ambtenaren bij de sala-
risschalen 3 en 4 aangepast aan het gewijzigd - normale - beginsalaris
van die schalen, waardoor een betere salarisopbouw wordt verkregen.
De Minister verzoekt uiterlijk per 1 januari 1985 ten behoeve van de
gewenste coördinatie in schalenstelsels voor de in onze gemeente van
toepassing zijnde rijkssalarisschalen tot dezelfde verlaging van de be-
ginsalarissen over te gaan.
Wij achten het gewenst gelijktijdig met deze salarismaatregel de voor
het rijkspersoneel geldende jeugdsalarissen in de schalen 1 en 2 over
te nemen. Tot nog toe werd op grond van artikel 3, 2e lid, van de bezol-
digingsverordening gewerkt met een systeem van min-periodieken en wel
in die zin, dat voor jeugdige ambtenaren het minimum-salaris van de
voor zijn funktie geldende salarisschaal wordt verminderd met een be-
drag, gelijk aan de eerste jaarlijkse verhoging, voor elk jaar, dat hij
jonger is dan 21 jaar.
-1-