2 mei 1985
97
fraktie ook van uitging.
Wat betreft de parkeerwachters moet het politiekorps eerst zelf maar
eens aangeven of het mogelijkheden heeft om de parkeerkontrôle zelf op
afdoende wijze te doen. Ook dat ziet zij met belangstel1ing tegemoet.
Op dat punt wil spreker inhaken op de opmerking van de heer Borghouts
over de prioriteit in deze. Spreker heeft in zijn betoog gezegd dat
er bijvoorbeeld op de Binnenweg alleen maar voldoende parkeerruimte is
als er kontrôle is en daar zit men gewoon mee, maar er zal zeker in de
toekomst nog voldoende gelegenheid zijn om daar inet elkaar, ook zeker
in kommissoriaal verband, over te spreken.
Spreker heeft al eens eerder gezegd dat de prioriteitstel 1 ing een moei-
iijke zaak is. Hij heeft ook niet de pretentie dat zijn lijstje het wel
zal worden. Hij is overigens blij dat de heer Borghouts het er helemaal
niet zo gek uit vindt zien. Het heeft ook duidelijk het accent van de
persoonlijke veiligheid. Het is een moeizame zaak geweest om dit te kon-
kretiseren en toch gelooft zijn fraktie dat op deze manier er toch een
kleine aanzet is gegeven voor de verdere diskussie. Het is heel belang-
rijk om op een bepaald moment, al is het dan na veel moeite, toch te
proberen dat konkreet te verwoorden; daar heeft zij een poging toe ge-
daan en zij hoopt daar in ander verband in een nadere diskussie op te-
rug te komen.
Spreker is blij dat de verkeersschout al bij enkele zaken betrokken is
geweest. De voorzitter heeft over de aangiftebereidheid niet konkreet
geantwoord. Wellicht is dit een punt waar inen straks in de deelgesprek-
ken met de burgerij eens aandacht aan zou kunnen besteden.
Als men ertoe komt om bij deel 2 de burgerij te betrekken dan denkt hij
dat men daar wel wat tongen over los maakt.
De voorzitter heeft de indruk dat de aangiftebereidheid van de bur-
gers wat toeneemt. Het hangt duidelijk samen met de toegenomen onvei-
ligheid landelijk. De burgerwachttoestand is gelukkig toch weer wat weg-
geëbt; er is wel uit gebleken dat de Nederlandse burger wat meer dan
vroeger het gevoel heeft dat het ons aller zaak is en het is heel be-
langrijk dat men bereid is op een gegeven ogenblik een jongere tot de
orde te roepen als men iets verkeerds ziet. Dan kan men wel gaan bel-
len met de politie, maar de eerste opvang gebeurt toch vaak door de
burgers zelf.
Over Los Angeles zegt spreker dat hij de methode van benadering wel
begrijpt, maar Amerika heeft een totaal andere traditie op dit gebied
dan wij. Daar kiest men de officier van justitie en die maakt zich waar
bij de maffiabestrijding, enzovoort en wordt al dan niet herkozen.
Dat is een totaal ander systeem dan het systeem dat wij hebben geërfd
in onze Europese traditie, waarin de rechtszekerheid van de burger ook
op een heel andere manier verankerd is. Daarom is de diskussie ook moei
lijk, maar als de heer Solleveld onmiddei1ijk daarna toch de link legt
met het bedrijfsleven dan wil spreker toch zeggen dat de overheid het
gezagsmonopolie heeft en dat naar zijn idee dient te houden, juist in
verband met de rechtszekerheid van de burger.
De heer Solleveid zegt dat het een citaat was dat hij heeft aange-
haald, omdat het hem toevallig kwam aanwaaien en hij geenszins de be-
doeling heeft gehad om een parallel te trekken, maar om het als een
totaai andere aanpak eens te gebruiken als voorbeeld.