2 mei 1985
71
De heer Borghouts kan instenmien met het antwoord van het college.
Eên ding begrijpt hij niet helemaal. Een minderheid in het college is
van mening dat er een inkomensbeleid door het minderdraagkrachtig be-
leid wordt gevoerd en die minderheid is voorstander van het overnemen
van de norm van de onroerend-goedbelasting. Spreker vraagt of, als dat
laatste gebeurt, er dan geen inkomensbeleid meer is.
Hethouder mevrouw Bierman ticht toe dat de raad een circulaire heeft
gekregen, dat op zich een verbetering is. Daar is op de lijst van mede-
delingen en ingekomen st.ukken enig kommentaar op gegeven. Spreekster is
in het college gevallen over de formulering: Uitgangspunt was en is dat
geen inkomensbeleid wordt gevoerd, zodat van strijd geen sprake kan zijn.
Die formulering als zodanig vond zij wetenschappelijk niet zo sterk ver-
antwoord. Als men hier in meerderheid zegt dat men iets niet doet of
niet wil, dan is het niet zo dat dat daarmee dan ook per definitie de
toets der kritiek kan doorstaan. Zij had dus wat bezwaar tegen die for-
mulering en was er op dat moment niet op uit om de diskussie weer te
openen die hier al geruime tijd geleden is gevoerd. Maar aangezien de
meerderheid van het college er voor was om die formulering wel in die
vorm te handhaven heeft de minderheid van het college, mevrouw Van der
Pas en spreekster, gezegd dan te kiezen voor een eigen formulering en
dat is kort gezegd dat als men dit gaat doen er wel sprake is van het
voeren van inkomensbeleid. Men doet per slot van rekening niet anders
dan overhevelen van geld van de ene burger naar de andere en dat is
niet konform de wensen van de minister. Dat blijft dus recht overeind.
Overigens vindt zij ook dat als men een kwijtscheldingsbeleid wil voe-
ren of in incidentele gevallen kwijt wil schelden, men dan zoveel mo-
gelijk uniform over de verschi1lende gemeenten gezien aan het werk
moet gaan en daarbij moet aansluiten aan een landelijke norm en dat is
in dit geval de norm van de onroerend-goedbelasting.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
besloten.
12. Besluit van gedeputeerde staten d.d. 5-3-1985, nr. 37, tot goedkeu-
ring, voor zoveel betreft de punten 1 en 2, van het raadsbesluit
van 31-1-1985, nr. 13, inzake bestemming voormalig schoolgebouw
"Klim-op", Fr. Schubertlaan 37.
13. Brief van het dagelijks bestuur van het Centrum voor Automatisering
Noord-Holland inzake nota toekomstvisie CVA/IAM.
Burgemeester en wethouders stellen voor de stukken, vermeld onder
de punten 12 en 13, voor kennisgeving aan te nemen.
14. Brief van burgemeester en wethouders van Haarlenmiernieer d.d. 6-3-
1985, ten geleide van een motie van de raad van die gemeente inzake
de Mythylschool "De Regenboog" te Haarlem.
Burgemeester en wethouders stellen voor dit sf.uk om advies in hun
handen te st.ellen.
15. Brief van de Commissaris der Koningin d.d. 23-4-1985, nr. 645, waar-
bij wordt toegezonden een uittreksel uit het Koninklijk Besluit van
4-4-1985, nr. 85, inzake de herbenoeming van de heer Jhr.mr. O.R.
van den Bosch tot burgemeester.