122
ARTIKEL 9 GROENVOORZIENINGEN
1. Oe op de kaart als zodanig aangegeven gronden zijn bestemd voor
groenvoorzieningen
2. Op deze gronden zijn in verband met de in lid 1 bedoelde bestemming
toelaatbaar:
a. plantsoenen, bermen en overige groenvoorzieningen;
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3. De hoogte van de bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste
1.00 m bedragen.
- 15 -
4e afd.
21 november 1985