122
ARTIKEL 12 OVERSCHRIJOING BEBOUWINGSGRENZEN
1. Bebouwingsgrenzen mogen uitsluitend worden overschreden door-
a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden en funderingen;
bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen'voor
henielwater, gevelversieringenwanden van ventilatiekanalen en
schoorstenen, indien de overschrijding niet meer dan 12 cm be-
draagt
c. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken, waarbij de over-
schrijding niet meer dan 50 cm bedraagt;
d. goten en ondergrondse afvoerleidingen in inrichtingen voor de
verzameling van water en rioolstoffen;
e. hijsinrichtingen welke de bebouwingsgrens met niet meer dan
1.00 m kunnen overschrijden.
3.
d.
e.
Voorzover de grens met de bestemming verkeer wordt overschreden:
is het aanbrengen van de in lid 1 onder a genoemde bouwwerken of
delen van bouwwerken niet toegestaan;
mogen de in lid 1 onder c genoemde bouwdelen niet lager worden
aangebracht dan 420 m boven een rijweg of boven een strook ter
breedte van 150 m langs een rijweg en dan 2.20 m boven een voet-
pad, yoorzover dit voetpad geen deel uitmaakt van de hierboven
bedoelde strook;
mogen de in lid 1 onder e genoemde constructies niet lager worden
aangebracht dan 4.20 m boven de gronden met de bestemming verkeer.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen
van het bepaalde in lid 1 en lid 2 voor:
oyerbouwingen ten dienste van de verbinding van twee bouwwerken,
mits deze werken, wat de hoogte boven de gronden met de bestemminq
verkeer betreft, voldoen aan het bepaalde onder e sub 1 en 2
van dit lid;
toegangen van bouwwerken, die de grens met de bestemming verkeer
niet overschrijden, mits zij de bebouwingsgrens met niet meer dan
150 m overschrijden;
stoepen, stoeptreden en funderingen, die de grens met de bestemminq
verkeer overschrijden;
plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, wanden van venti-
latiekanalen en schoorstenendie de bebouwingsgrens met meer dan
cm overschrijden, dan wel die de grens met de bestemming verkeer
overschrijden;
gevel- en kroonlijsten en overstekende daken, welke de bebouwinqs-
grens met meer dan 50 cm overschrijdenmits zij niet lager zijn
geplaatst dan:
1. 4.20 m boven een rijweg of boven een strook ter breedte van
1.50 m langs een rijweg;
2. 2.20 m boven een voetpad, voorzover dit voetpad geen deel uit-
maakt van de onder 1 genoemde strook.
- 16 -
•'le ald.
/li noveinber 1985