ARTIKEL 14 ALGEMENE GEBRUIKSBEPALING.
1. Het is verbodert de onbebouwde gronden of de bouwwerken binnen het
plangebied te gebruiken op een andere wijze of voor een ander doel dan
blijkens de bestenmingen en voorschriften kennelijk toelaatbaar is of
is aan te merken als een normaal bestanddeel van dat kennelijk toelaat-
bare gebruik.
2. Ten aanzien van de onbebouwde gronden wordt onder verboden gebruik
in ieder geval verstaan:
a. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden als opslagplaats
voor bagger en grondspecie;
b. het. gebruiken of laten gebruiken van de gronden als opslagplaats
voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen
en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe bouwmaterialen
afva), puin, zand, grind en brandstoffen;
c. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden als uitstallings-
of opslagplaats voor al dan niet voor gebruik geschikte voer- en
vaartuigen of onderdelen daarvan;
d. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden als uitstal1ings-
of opslagplaats dan wel als stand- of ligplaats voor caravans,
woonwagens, tenten en andere onderkomens
e. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden als vaste lig-
plaats voor woonschepen,
tenzij het vormen van opslag betreft die noodzakelijk zijn ter realise-
ring van het ingevolge de bestemmingen toegelaten gebruik of dien zijn
aan te merken als een normaal bestanddeel van dat toegelaten gebruik
ofwel indien het de plaatsing van één toercaravan betreft op de bij
een woning behorende grond.
3. Indien strikte toepassing van het verbod, vervat in lid 1, leidt
tot niet door dringende redenen te rechtvaardigen beperkingen van het
meest-doelmatige gebruik, verlenen burgemeester en wethouders vrij-
stelling van dat verbod.
4. Een vrijstelling als bedoeld in lid 3 wordt niet verleend, dan nadat
de Commissie voor ruimtelijke ordening en volkshuisvesting is gehoord
en dan nadat belanghebbenden gedurende 30 dagen gelegenheid is geboden
om tegen het voorgenomen andere gebruik schriftelijk bezwaren in te
dienen. Van het voorgenomen andere gebruik en de mogelijkheid voor
belanghebbenden daartegen schriftelijk bezwaren in te dienen geven
burgemeester en wethouders tevoren kennis aan eigenaren en gebruikers
van de aangrenzende gronden en bouwwerken en openbare kennis in één
of meer dag- of nieuwsbladen die in de gemeente worden verspreid en
op de gebruikelijke wijze.