19 december 1985 139 k. ter plaatse waar op de kanrt een nadere aanwijzing ontbreekt, of waar op de kaart de nadere aanwijzing (a) of (m) is ingetekend, moet de voorgevelbreedte van een woonhuis tenminste 5.00 m bedragen; 1 ter plaatse waar op de kaart de riadere aanwijzing (t) of (vn) is ingetekend, moet de voorgevelbreedte van een woonhuis tenminste 6.00 m bedragen; m. op een strook ter breedte van 3.00 m gemeten uit do van de weg afge- keerde zijde van een bebouwingsvlak mag de hoogte van een gebouw ten hoogste 3.00 m bedragen, een en ander met dien verstande dat zulks niet geldt ter plaatse waar op de kaart een hoogtemaat van 4.00 m of minder is aangegeven dan wel de nadere aanwijzing (m) is ingetekend; n. ter plaatse waar op de kaart een nadere aanwijzing ontbreekt of waar op de kaart de nadere aanwijzing (a), (m) of (t) is ingetekend, mag de iniioud van een woonhuis niet minder dan 150 m3 en niet meer dan 750 m3 bedragen; o. ter plaatse waar op de kaart de nadere aanwijzing (vn) is ingetekend, mag de inhoud van een woonhuis niet minder dan 250 m3 en niet meer dan 1000 m3 bedragen; p. de oppervlakte van aangebouwde praktijkruimten mag per woonhuis ten hoogste 30 m2 beslaan; q. de goothoogte van vrijstaande en aangebouwde autoboxen en bergplaatsen mag ten hoogste 3.00 m bedragen. 4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van: a. het bepaalde in lid 3 onder d met dien verstande dat het aantal aaneeri te bouwen woonhuizen tenminste drie blijft bedragen; b. het bepaalde in lid 3 onder h voor het verminderen van de voorge- schreven afstandsmaatmet dien verstande dat de bedoelde afstand niet mirider dan 2.00 m mag bedragen; c. het bepaalde in lid 3 onder j voor het verminderen van de voorgeschreven afstandsmaatmet dien verstande dat de bedoelde afstand niet minder dan 1.00 m mag bedragen; d. het bepaalde in 1id 3 onder n voor het verhogen van de toelaatbare hoogte indien en voorzover dit in verband met het doortrekken van de kap van het hoofdgebouw noodzakelijk is; e. het bepaalde in lid 3 onder q voor het vergroten van de maximale oppervlakte ten behoeve van praktijkruimten tot een maximum van 50 m2 5. Een vrijstelling als bedoeld in lid 4 wordt niet verleend dan nadat de Commissie voor ruimtelijke ordening en volkshuisvesting is gehoord en dan nadat belanghebbenden gedurende 14 dagen in de gelegeriheid zijn gesteld daartegen schriftelijk bezwaren in te dienen. - 23 - 4e afd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1985 | | pagina 36