139
Artikel 17 Gebruik van onbebouwde gronden en van bouwwerken
1. Het is verboden, de onbebouwde gronden of de bouwwerken binnen het
plangebied te gebruiken op een andere wijze of voor een ander doel dan
blijkens de bestemmingen en voorschriften kennelijk toelaatbaar is of
is aan te merken als een normaal bestanddeel van dat kenneiijk toelaat-
bare gebruik.
1A. De binnen het plangebied gelegen gronden mogen niet worden gebruikt
voor het oprichten of in werking hebben van bedrijven vallende onder
het Besluit Categorie A-inrichtingen Wet Geluidhinder (Staatsblad 1981,
no. 671).
2. Ten aanzien van de onbebouwde gronden wordt onder verboden gebruik
in ieder geval verstaan:
a. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden als opslagplaats voor
bagger en grondspecie;
b. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden als opslagplaats voor
vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en
machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe bouwmaterialen, afval,
puin, zand, grond en brandstoffen;
c. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden als uitstallings- of
opslagplaats voor al dan niet voor gebruik geschikte voer-, vaar- en
vliegtuigen of onderdelen daarvan;
d. het gebrüiken of laten gebruiken van de gronden als uitstal1ings- of
opslagplaats dan wel als stand- of ligplaats voor caravans, woonwagens,
tenten en andere onderkomens;
e. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden als vaste ligplaats
voor woonschepen,
tenzij het vormen van opslag betreft die noodzakelijk zijn ter realisering
van het ingevolge de bestemmingen toegelaten gebruik of die zijn aan te
merken als een normaal bestanddeel van dat toegelaten gebruik ofwel indien
het de plaatsing van ëén toercaravan voor stalling betreft op de bij een
woning behorende grond.
3. Indien strikte toepassing van het verbod, vervat in lid 1, leidt tot
niet door dringende redenen te rechtvaardigen beperkingen van het meest
doelmatige gebruik, verlenen burgemeester en wethouders vrijstelling van
dat verbod.
4. Een vrijstelling als bedoeld in lid 3 wordt niet verleend, dan nadat
de Commissie voor ruimtelijke ordening en volkshuisvesting is gehoord en
dan nadat belanghebbenden gedurende 30 dagen gelegenheid is geboden om
tegen het voorgenomen andere gebruik schriftelijk bezwaren in te dienen.
Van het voorgenomen andere gebruik en de mogelijkheid voor belanghebbenden
daartegen bezwaren in te dienen geven burgemeester en wethouders tevoren
kennis aan de eigenaren en gebruikers van de aangrenzende gronden en
gebouwen1n éân of meer dag- of nieuwsbladen die in de gemeente worden
verspreid en op de gebruikelijke wijze.
- 33 -
4e afd.
19 deceniber 1985