4e»afd. 27 februari 1986
Hoofdstuk 4: Urgentiebepaling en toewijzing.
21
Artikel 12
1. Ter bepaling van de urgentie van de op de lijst van woningzoekenden geplaat-
ste gegadigden kunnen burgemeester en wethouders bij de nadere voorschrif-
t.en, als bedoeld in artikel 3 van deze verordening, een puntensysteem vast-
stellen.
2. Het totaal aantal toegekende urgentiepunten dient als leidraad bij het toe-
wijzen van een woninq.
3. Naast het aantal urgentiepunten worden ook de volgende faktoren bij het toe-
wijzen van een huurwoning in aanmerking genomen:
a. de ielatie tussen de grootte van de woning en het aantal bewoners dat
zich daarin zal vestigen;
b. de relatie tussen de huur van de woning en het inkomen van de aanvrager;
c. het doorstroomeffekt.
4. Burgemeester en wet.houders kunnen nadere voorschriften omtrent het bepaal-
de iri het derde lid, sub a en b, vastst.ellen.
Hoofdstuk 5: Overige bepalingen.
Artikel 13
Het bepaalde in de artikelen 13 en 14 van de "Verordening bescherming per-
soonsgegevens" vastgesteld bij raadsbesluit van 28 juni 1984 is van toepas-
sing op hen die in het register van woningzoekenden zijri opgenomen.
Artikel 14
1. Burgemeester en wethouders zijri bevoegd in gevallen waarin de toepassing
van deze verordcning naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt,
ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.
2. Iri de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemees-
ter en wet.houders, waarbij zij zich uitsluitend zullen laten leiden door
overwegingen betrekking hebbende op de doelmatige verdeling van de be-
schikbare woningen over de bevolking.
-10-
