24
i. aanvrager/aanvraagster
de persoon die voor ziclizelf/liaar2elf of voor zijn/haar
gezin bijstand in de zin van de wet vraagt of voor wie
deze bijstand door een derde wordt gevraayd;
j. bewoner/bewoonster
een alleenstaande dan wel een echlpaar, huisvesting ge-
paard met gehele of gedeeltelijke verzorging in een be-
jaardenoord genietend;
k. bezwaarschrift Algemene Bijstandswet
een bezwaarschrift als bedoeld in de artikelen 34 tot en
met 36 van de wet, uitgezond^rd een bezwaarschrift dat
betrekking heeft op een beslissing ingevolge de R.W.W.,
de R.Z. of de R.O.Z.
1. bezwaarschrift rijksgroepsreynlingen
een bezwaarsclirift als bedoeld in de artikelen 34 tot en
met 36 van de wel, dat betrekking heeft op een beslissiny
ingevolge de R.H.U., de R.Z. of de R.O.Z.;
m. bezwaarschrift Wet op de bejaardenoorden
een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 16j van de Wet
op de bejaardenoorden;
n. R.W.W.-commissie de commissie als bedoeld in artikel 21 van de R.W.W.;
o. plaatselijke commissie zelfstandigen
de commissie als bedoeld in artikel 30 van de R.Z..
IIOOfDSTUK II
De behandeling van aanvragen om bijstand
Artikel 2 Indiening van de aanvrage
1. Een aanvrage om bijstand wordt schriftelijk of moudeling ingediend bij het
bureau. Een mondelinge aanvrage wordt door het bureau op schrift gesteld.
De aanvragen worden gesteld op een aanvraagformulier.
5e afd.
21 februari 1986