9. Ri.i dt (lier-)betteiiiniiiti van terreinen met landschappel i jke en/of
na tuurwett nsi happel i.ike waarden dient bezien te worden of de ver-
srhillende besteimiiirtcien vereniybaar zijn met de (potentiële) land-
schappel ijl.e en/of natnin we tenschappel i jke v/aarden die liet terrein
bezi t.
10. (îi oene elementen die deor liun onivann of funktie van belany zijn voor
dn woonomyeving en het leefklimaat van een woonwijk, dan wel een
element zijn van de groenstruktuur van de gemeente, moeten gehand-
haafd worden. Waar het groen verbeterri zou moeten worden, maar dit
donr verschi 1 lende oorzaken riiet mogelijk is, moet het groen op z'n
minst in stand qehouden worden.
11. firote plant soenen dienen zodaniy ingericht of aanqepast te worden dat
i'iin ruimtelijk struktm ei ende en rekreatieve mogel i jkheden ten volle
beiint worden.
12. lri lleemstede wordt een groot gedeelte van liet straatbeeld bepaald
door partikuliere tuinen en de daarin aanwezige opvallende bomen en
heesters. Tr zijn zelfs buurten waarin het partikuliere groen de
fiiiye groene aankleding van de buurt vorint. In al deze situaties
niarj een kapvergunning pas ria ampele overwegingen verleend worden.
f'art ikuliere tuineri en tuineri bij overheidsyebouwen en inst.ellingen
dienri' de besteinining "tuin" met de daarbij behorende voorscliriften
uit hrt bestemmiiigsplan le behnuden.
IIFFIISIFDE27 maart 1906.
De raad voornoemd,
|)e vonr7itter,
- 4
4e afcl.
27 maarl 19fî6
39
lle secretaris