4e afd.
24 april 1986
49
ARTIKEL 19 ALGEMENE GEBRUIKSBEPALING
1. Het is verboden de onbebouwde gronden of de bouwwerken binnen het plangebied
te gebruiken op een andere wijze of voor een ander doel dan blijkens de
bestemmingen en voorschriften kennelijk toelaatbaar is of is aan te merken
als een normaal bestanddeel van dat kennelijk toelaatbare gebruik.
2. Ten aanzien van de onbebouwde gronden wordt onder verboden gebruik in ieder
geval verstaan:
a. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden als opslagplaats voor bag-
ger en grondspecie;
b. het gebruiken of laten gebrulken van de gronden als opslagplaats voor
vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines
of onderdelen daarvan, oude en nieuwe bouwmaterialen, afval, puin, zand,
grind en brandstoffen;
c. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden als uitstal1ings- of op-
slagplaats voor al dan niet voor gebruik geschikte voer- en vaartuigen of
onderdelen daarvan;
d. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden als uitstal1ings- of op-
slagplaats dan wel als standplaats voor caravans, woonwagens,
tenten en andere onderkomens;
e. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden als vaste ligplaats voor
woonschepen,
tenzij het vormen van opslag betreft die noodzakelijk zijn ter realisering
van het ingevolge de bestemmingen toegelaten gebruik of die zijn aan te
merken als een normaal bestanddeel van dat toegelaten gebruik ofwel indien
het de plaatsing van ëén toercaravan betreft op de bij een woning behorende
grond.
3. Indien strikte toepassing van het verbod, vervat in lid 1, leidt tot niet door
dringende redenen te rechtvaardige beperkingen van het meest doelmatige ge-
gebruik, verlenen burgemeester en wethouders vrijstelling van dat verbod.
4. Een vrijstelling als bedoeld in 11d 3 wordt niet verleend, dan nadat de com-
missie voor ruimtelijke ordening en volkshuisvesting is gehoord en dan nadat
belanghebbenden gedurende 14 dagen gelegenheid is geboden om tegen het voor-
genomen andere gebruik schriftelijk bezwaren in te dienen. Van het voorge-
nomen andere gebruik en de mogelijkheid voor belanghebbenden, daartegen schrif-
telijk bezwaren in te dlenen geven burgemeester en wethouders tevoren kennis
aan eigenaren en gebruikers van de aangrenzende gronden en bouwwerken en
openbare kennis in éên of meer dag- of nieuwsbladen die in de gemeente worden
verspreid en op de gebruikel1jke wijze.
27