4e afd. 29 mei 1986 M
4.17 Het bestrijden van brand.
4.17.1 Het ontdekken van brand en het alarmeren van bewoners en personeel.
In bejaardenoorden dient apparatuur voor het automatisch ontdekken van
brand aanwezig te zijn in alle ruimten. De installatie moet voldoen aan
de aanbevelingen en richtlijnen in de publikatie Brandmeldiristallaties
van de Inspektie voor het Brandweerwezen.
Bij het in werking treden van de installatie moet het personeel eveneens
automatisch worden geal^rmeerd middels een intern alarmeringssysteem.
Qe bewoners moeten door middel van een alarmeringsinrichting, afzonder-
lijk van de personeelsleden, gealarmeerd kunnen worden.
Toelichting.
Met betrekking tot het ontdekken van brand staat in deze norm onder
4.17.1. "Het ontdekken van brand en het alarmeren van bewoners" de vol-
gende tekst. "In bijzondere woongebouwen dient apparatuur voor het auto-
matisch ontdekken van rook aanwezig te zijn voorzover deze gebouwen ge-
zien hun konstruktie, grootte, indeling, ligging en de aard der bewoners
daartoe aanleiding geven. In alle verzorgingstehuizen dient apparatuur
voor het alarmeren aanwezig te zijn en wel zodanig, dat hiermee het per-
soneel kan worden gealarmeerd zonder dat de bewoners hiervan direkt ken-
nis kunnen nemen".
Hierbij spelen drie zaken een rol
le. wanneer dient apparatuur voor het automatisch ontdekken van brand
aanwezig te zijn (aard van de bewoners, bouwkundige voorzieningdn
enz.
2e. in welke delen van het gebouw moet de apparatuur aangebracht worden
(alle ruimten, alleen op de gangen, alieen in de kamers enz.);
3e. welke type installatie (rookmelderstemperatuuV-melders enz.) zijn
het meest geschikt in welke ruimten.
ad 1) Enkeie jaren nadat een aanvang is genomen met de uitvoering van
het in de Wet op de bejaardenoorden vastgestelde beleid met betrek-
king tot. opneming van bejaarden in bejaardenoorden is de situatie
voor wat betreft de veiligheid van de bewoners ingeval van brand
-5-