4e afd.
29 mei 1986
59 a
artikel 88, sub a, van de Wet op het voortgezet onderwijs, in 1983
heeft uitgegeven, voorlopig te bepalen op f 95.335,92;
bhet bedrag, dat met toepassing van de artikelen 85 en 86 van genoem-
de wet over 1983 voor het openbaar middelbaar algemeen voortgezet
onderwijs door het Rijk beschikbaar is gesteid, voorlopig te bepalen
op f 108.532,30;
c. op grond van zijn besluiten van 26 mei 1983, nr. 52 en 27 september
1984, nr. 99 en het onder a en b van dit besluit bepaalde de totalen
van de werkelijke uitgaven en van de door het rijk beschikbaar ge-
stelde bedragen over de jaren 1979 tot en met 1983 voorlopig vast te
stellen als volgt:
Jaar
Bedrag werkelijke
Rijksvergoeding
Gemiddeld aantal
ui tgaven
leerlingen
1979
f 139.655,09
f 144.654,54
270
1980
f 167.644,02
f 155.698,54
245
1981
f 155.563,20
f 165.767,28
238
1982
f 110.912,25
f 132.468,32
215
1983
f 95.335,92
f 108.532,30
190
f 669.110,48
f 707.120,98
1158 of
gemiddeld 231,6
d. vast te stellen dat het totaal van de uitgaven in de periode 1979 tot
en met 1983 het totaalbedrag van de rijksvergoedingen over die jaren
niet heeft overschreden.
HEEMSTEOE29 mei 1986.
Oe raad voornoemd,
De secretaris, De voorzitter,