4e afd.
29 mei 1986
69
ARTIKEL 8 BEDRIJVEN B
1. De gronden met de bestemming bedrijven zijn bestemd
voor
a. bedrijfsgebouwen ten dienste van bedrijven die genoemd
zijn in de kategorieen 1 en 2 van de bij deze
voorschriften behorende Staat van Inrichtingenmet
uitzondering van bedrijven voorkomend in de lijst van
A-inrichtingen als bedoeld in artikel 16 van lid 1 van
de Wet geluidhinder (Staatsblad 671 van 15 oktober
1981);
b. bedrijfsgebouwen ten diens.te van een nutsbedrijf;
c. bedrijfsgebouwen ten dienste van een garagebedrijf
waaronder begrepen een verkooppunt voor
motorbrandstoffen met inbegrip van LPG
d. bouwwerken geen gebouwen zijnde;
e. bedrijfsterreinen en tuinen bij de gebouwen.
2. De ingevolge lid 1 toelaatbare bouwwerken mogen
uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de op de
kaart en de hierna gegeven aanwijzingen
a. op de gronden die op de kaart zijn voorzien van de
nadere aanwijzing (z) mogen geen gebouwen worden
gebouwd
b. de gronden zonder de nadere aanwijzing (z) mogen
volledig worden bebouwd;
c. indien de gebouwen niet aaneen worden gebouwd, moet de
onderlinge afstand ten minste 2.00 m bedragen;
d. indien de gebouwen niet in de zijerfscheiding worden
gebouwd, moet de afstand van de vrije zijgevel tot de
zijerfscheiding ten minste. 1.00 m bedragen, tenzij uit
de begrenzing van de bebouwingsstrook op de kaart anders
blijkt
e. bedrijfsgebouwen ten dienste van een nutsbedrijf mogen
uitsluitend worden gebouwd ter plaatse waar op de kaart
de nadere aanwijzing (nb) is aangebracht.
f. bedrijfsgebouwen ten dienste van een garagebedrijf
waaronder een verkooppunt voor motorbrandstoffen met
inbegrip van LPG mogen uitsluitend gebouwd worden ter
plaatse waar op de kaart de aanduiding (gb) is
aangebracht
g. de bouwhoogte van de erfafscheidingen mag ten hoogste
1.80 m bedragen.
3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te
verlenen van het bepaalde in lid 1 voor:
a. de vestiging van bedrijven welke zijn genoemd in
categorie 3 van de bij deze voorschriften behorende
- 19 -