4e afd.
29 mei 1986
69
ARTIKEL 16 VRlJSTELLING VOOR KLEINE BOUWWERKEN EN GERINGE
AFWIJKINGEN
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te
verlenen van de bepalingen van het plan voor:
a. het bouwen van kleine, niet voor bewoning bestemde
bouwwerken ten behoeve van openbare nutsbedrijven en/of
van andere naar doelstelling daarmee vergelijkbare
instellingen, zoals transformatorhuisjes
schakelhuisjesgemaalgebouwtjestelefooncellen en
wachthuisjes voor verkeersdiensten, mits deze niet
groter zijn dan 50 m3 en de hoogte niet meer bedraagt
dan 3.00 m;
b. het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die om
waterstaatkundige of verkeersredenen noodzakelijk zijn,
zoals duikers en keermuren;
c. geringe veranderingen in de tracés van wegen en de
aanpassing daaraan van de ligging en de vorm van
bestemmingsgrenzenindien bij definitieve uitmeting
blijkt dat een weg als gevolg van de werkelijke toestand
van het terrein slechts kan worden uitgevoerd als op
ondergeschikte punten van het plan wordt afgeweken, met
dien verstande dat het tracé van een weg alsmede de
bestemmingsgrens ten hoogste 2.00 m mag worden verlegd;
d. afwijkingen van de bij de bestemming Woondoeleindenen
'Erf' behorende oppervlaktenhoogtes en maten teneinde
de uitvoering van een bouwplan mogelijk te maken, mits
de afwijkingen niet meer bedragen dan 10%.
2. Met betrekking tot gronden met een bestemming in welker
omschrijving bepaalde waarden worden genoemd, mag
vrijstelling niet worden verleend indien vaststaat of met
reden is te vrezen dat door het verlenen van de vrijstelling
de desbetreffende waarden worden of kunnen worden geschaad,
tenzij door het stellen van voorwaarden of anderszins
zodanige schade kan worden voorkomen.
3. Alvorens omtrent het verlenen van vrijstelling te
beslissen, winnen burgemeester en wethouderswaar het de in
lid 2 bedoelde gronden betreft schriftelijk advies in bij de
natuurbeschermingsadviseur en horen zij de Commissie voor
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
4. Vrijstelling in afwijking van het oordeel van de
betrokken adviesinstantie wordt slechts verleend, indien
vooraf van Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen,
dat zij daartegen geen bezwaar hebben. Burgemeester en
- 31 -