4e afd.
29 mei 1986
69
ARTIKEL 18 GEBRUIK VAN ONBEBOUWDE GRONDEN EN VAN BOUWWERKEN
,1. Het is verfsoden de onbebouwde gronden of de bouwwerken
binnen het plangebied te gebruiken op een andere wijze of
voor een ander doei dan biijkens de bestemmingen en
voorschriften kennelijk toelaatbaar is of is aan te merken
als een normaal bestanddeel van dat kennelijk toelaatbare
gebruik
2. Ten aanzien van de onbebouwde gronden wordt onder
verboden gebruik in ieder gevai verstaan:
a. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden ais
opslagplaats voor bagger en grondspecie,-
b. het gebruiken of iaten gebruiken van de gronden als
opslagplaats voor vaten, kisten, al dan niet voor
gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen
daarvan, oude en nieuwe bouwmaterialenafval, puin,
zand, grind en brandstoffen
c. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden ais
uitstallings- of opslagplaats voor ai dan niet voor
gebruik geschikte voer- en vaartuigen of onderdelen
daarvan;
d. het gebruiken of iaten gebruiken van de gronden als
uitstallings- of opsiagpiaats dan wei als stand- of
ligplaats voor caravans, woonwagens, tenten en andere
onderkomens
e. het gebruiken of laten gebruiken van de gronden als
iigplaats voor woonschepen,
tenzij het vormen van opslag betreft die noodzakelijk zijn
ter realisering van het ingevoige de bestemmingen toegelaten
gebruik of die zijn aan te merken ais een normaal
bestanddeel van dat toegelaten gebruik ofwel indien het de
plaatsing van een toercaravan betreft op de bij een woning
behorende grond.
- 35 -