4e afd.
26 juni 1986
88
Artikel 7: Ontwikkeling en exploitatie
7.) üe projectontwikkelaar zal bij de ontwikkeling van de 2e en 3e
fase van het project uitgaan van het door de Gemeente opgestel-
de bestemmingsplan en het programma met inachtneming van de
daarin aangebrachte fasering en differentiatie naar woning-
grootte, type en financieringscategorie.
7.2 Zowel de Gemeente als de projectontwikkelaar zijn gebonden aan
de vanwege het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer beschikbaar te stellen contingenten
vo°r Heemstede. De projectontwikkelaar kan geen enkel recht
ontlenen aan het achterblijven van de toewijzing van woningcon-
tingenten door de hogere overheid in enige financieringscate-
gorie.
7.3 Indien de toewijzing afwijkt van de in het programma aangehou-
den contingentering zal het College van B&W in nader overleg
treden met de projectontwikkelaar over wijziging van het pro-
grarruna en met nâme de finânciële gevolgen dâârvân.
7.4 Indien de toewijzing afwijkt van de in het programma aangehou-
den coritingentering zal, onverminderd het gestelde in artikel
7.3, overleg plaatsvinden tussen het College van B&W en de pro-
jectontwikkelaar.
Uitgangspunt voor dit overleg is dat de projectontwikkelaar de
toegewezen contingenten zal realiseren terwijl hij daarenboven
woningen in de ongesubsidieerde sfeer zal ontwikkelen en reali-
seren voor, zo nodig, tenminste 50% van het totaal aantal wo-
nirigen in het project. Oe Gemeente zal everiwel rekening houden
met een zodanig samenstel van woningen van verschi1lende finan-
cieringscategorieën dat de ruimtelijke verdeling ervan, naar
objectieve maatstaven gemeten, voor partijen acceptabel is.
- 12 -