4e afd.
26 juni 1986
88
9.2 Indien zich bij de uitvoering van deze overeenkomst problemen
voordoen dan wel sprake is van onvoorziene omstandighedenzul-
len partijen in overleg treden ten einde hiervoor een oplossing
te vinden. Voor zover van toepassing zullen partijen zich hier-
bij laten leiden door het bepaalde in de artikelen 9.3 tot en
met 9.8.
9.3 Indien voor partijen vaststaat dat de te volgen procedure(s) in
het kader van de wet op de ruimtelijke ordening en/of de
woningwet etc. leiden/leidt tot een vertraging van meer dan
twee jaar, ten opzichte van het tijdschema, staat het ieder der
partijen vrij de overeenkomst te beëindigen.
Een partij zal hiertoe eerst overgaan nadat zij, gedurende een
periode van maximaal 3 maanden, met de wederpartij overleg ge-
pleegd heeft over een mogelijke wijziging van de opzet van het
project. Indien dit overieg niet tot resultaat leidt, zal geen
verrekening plaatsvinden van door partijen gemaakte planvoorbe-
reidings- en ontwikkelingskosten
9.4 Indien de overeenkomst op grond van het in artikel 9.3bepaalde
is geëindigd, staat het de Gemeente vrij de procedures in het
kader van de wet op de ruimtelijke ordening en de woningwet
etc. niet verder voort te zetten.
Worden deze procedures wel voortgezet en leiden deze alsnog tot
het verlenen van (een) bouwvergunning(en) voor het project, dan
zal de Gemeente in overleg treden met de projectontwikkelaar
voor het sluiten van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst.
- 16 -