1V9M9S
xmPïr
26 juni 1986
ALGEMENE SUBSIDIE-VERORDENING SPECIFIEK WELZIJN
89
Hoofdstuk 1 Begrippen.
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. minister: de minister, in het bijzonder belast met de desbetreffende taak
van specifiek welzijn;
b. raad: de gemeenteraad van lleernstede;
c. burgemeester en wethouders: burgemeester en wethouders van Heemstede;
d. raadscomrnissie: de raadsconrmissie voor welzijn en maatschappelijke zorg;
e. programma: een door de raad vastgestelde nota, waarin wordt aangegeven
op welke wijze een aanbod van aktiviteiten en voorzieningen
op het gebied van specifiek welzijn wordt gerealiseerd in
een bepaald jaar;
f. specifiek welzijn: het welbevinden en de ontplooiing van de burger, voor-
zover deze worden bevorderd door zorg, edukatie en rekreatie;
g. subsidie: door de gemeente aan een organisatie verleende geldelijke bij-
drage ten behoeve van aktiviteiten en voorzieninge, als be-
doeld in het programma;
h. organisatie: elke instelling of groep van personen, die als doel heeft
zonder winstoogmerkt de belangen van ideële en/of materiële
aard, welke ook in het belang van de plaatselijke gemeenschap
zijn, te behartigen;
i. personeel: degenen, die op grond van een arbeidsovereenkomst, of een
overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten, dan wel
als ambtenaar, een funktie uitoefenen in dienst van, dan wel
ten behoeve van, een organisatie;
j. vrijwilliger: degene, die een funktie uitoefent ten behoeve van een orga-
nisatie, zonder dat de organisatie ten aanzien van hem tot
enige tegenprestatie is verplicht;
k. bijzondere verordening: een verordening, die voor een daarin omschreven
gedeelte van het specifieke welzijn regelen stelt in afwij-
king van of ter aanvulling op die, gegeven bij deze verorde-
ning;
1. aktiviteit: aktiviteit, gericht op het welbevinden en de ontplooiing van
de burger, voorzover deze worden bevorderd door zorg, eduka-
tie en rekreatie.
Hoofdstuk II Reikwijdte en aard van de verordening.
Artikel 2
1. Deze verordening is van toepassing op de subsidiëring door de gemeente
op het terrein van het specifieke welzijn, voorzover dat in bijzondere
verordeningen wordt aangegeven.
2. De raad is bevoegd een of meer bepalingen van deze verordening en/of
van de bijzondere verordeningen in bijzondere gevallen niet van toepas-
sing te verklaren en/of nadere voorwaarden aan de subsidieverlening te
verbinden.
- 3 -
5e afd.