5e afd.
26 juni 1986
89
Hoofdstuk V Personeel
Artikel 12
1. Personeel moet over een zodanige kennis en ervaring beschikken, dat een
verantwoorde uitoefening van hun funktie gewaarborgd is.
2. In de gevallen waar dit van toepassing is, geschiedt de beoordeling
hiervan aan de hand van de daarvoor door of vanwege de minister ge-
stelde regelen.
Artikel 13
De arbeidsvoorwaarden van personeel moeten overeenkomen met de terzake door
of vanwege de minister gestelde regelen, indien en voorzover de gemeente
een rijksbijdrage krijgt ter bekostiging daarvan.
Artikel 14
1. De subsidiabele personeelsformatie wordt door de raad vastgesteld, ge-
lijktijdig met de vaststelling van het programma.
2. De vervulling van vakatures en de wijzigingen in funkties van personeel
dat op grond van een arbeidsovereenkomst een funktie uitoefent in dienst
van de orgariisatie, behoeven de goedkeuring van burgemeester en wet-
houders
3. Het aangaan van een arbeidsovereenkomst behoeft de goedkeuring van bur-
gemeester en wethouders.
Hoofdstuk VI Akkommodatie.
Artikel 15
1. Akkommodatieswelke mede met financiële inspanning van de overheid tot
stand zijn gekomen of beschikbaar zijn gesteld, dienen in principe ge-
bruikt te worden overeenkomstig het doelwaarvoor de akkommodaties
tot stand zijn gekomen of beschikbaar zijn gesteld.
2. Organisatiesdie gebruik maken van akkommodatiesbedoeld in het vorige
lid, dienen bereid te zijn, deze beschikbaar te stellen aan andere orga-
nisaties, mits dat de eigen doelstelling en/of eigen aktiviteiten niet
belemmert of benadeelt.
3. Akkominodaties dienen voor de uitvoering van het werk geschikt en toege-
rust te zijn en waar mogelijk bruikbaar voor de in zijn bewegingen be-
perkte mens.
Hoofdstuk VII Methoden van subsidiëring
Artikel 16
1. De subsidies worden onderscheiden in:
a. periodieke subsidies;
b. eenmalige subsidies;
c. waarderingssubsidies
- 6 -