Een beschikking, waarbij een gevraagde subsidie wordt geweigerd of waarbij
een subsidie wordt verleend, die voor de organisatie ongunstig afwijkt van
de aanvraag, bevat de redenen, die tot de beslissing hebben geleid.
Hoofdstuk X Voorschotveriening
flrtikel 21
1. Burgemeester en wethouders kunnen op het te verlenen subsidiebedrag
voorschotten verstrekken.
Voor periodieke subsidies gelden hierbij de volgende percentages:
a. per 16 februari 25% van het geraamde subsidie
b. per 1 mei 25% van het geraamde subsidie
c. per 16 augustus 25% van het geraamde subsidie
d. per 16 november 25% van het geraamde subsidie.
2. Burgemeester en wethouders kunnen de datum van de uitbetaling van het
voorschot wijzigen indien de financiële situatie van de instelling
daartoe aanleiding geeft.
3. Burgemeester en wethouders kunnen een voorschot vaststellen, dat atwijkt
van het voorschot, dat overeenkomstig het eerste lid is berekend, indien
de financiële situatie van de instelling daartoe aanleiding geeft.
4. Onder aftrek van de reeds uitbetaalde voorschotten wordt het definitief
subsidie zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen drie maanden na
ontvangst van de in artikel 17, vierde lid genoemde bescheiden, uitbe-
taald.
5. Na vaststelling van het definitieve subsidie, stort de insteiling het
eventueel te veel ontvangen voorschot terstond terug.
Hoofdstuk XI Berekening van het definitieve subsidie
flrtikel 22
1. Burgemeester en wethouders kunnen, bij de berekening van het definitieve
subsidie, uitgaven niet in aanmerking nemen:
a. die op de begroting van de organisatie of aktiviteit niet voorkomen;
b. die de desbetreffende post van de begroting der organisatie of akti-
viteit te boven gaan;
cwaartegen door of namens hen naar aanleiding van de begroting van
een organisatie of aktiviteit bezwaren zijn gemaakt;
d. die naar hun mening anderszins ten onrechte zijn gedaan.
2. Burgemeester en wethouders kunnen bij de berekening van het definitieve
subsidie een vermindering toepassen, indien en voorzover:
a. ontvangsten niet zijn verantwoord;
b. afschrijvingen of aflossingen zijn verantwoord, welke een door hen te
bepalen bedrag te boven gaan;
c. batige saldi van vorige jaren niet zijn verantwoord, ook wanneer deze
zijn ontstaan in enig jaar waarover geen subsidie werd genoten;
d. nadelige saldi van vorige jaren, zonder hun toestemming ten laste van
de exploitatierekening zijn gebracht.
- 9 -
5e afd.
26 juni 1986
89
flrtikel 20