5e afd.
26 juni 1986
89
Artikel 11
In de eerste drie leden van dit artikel worden enkele regels voor het demo-
kratisch funktioneren gegeven, waaraan organisaties tenminste moeten vol-
doen.
Oeze regelgeving is o.a. beperkt gehouden om organisaties in de gelegenheid
te stellen zelf nadere inhoud te geven aan hun demokratisch funktioneren.
Ook valt te verwachten, dat de rijksoverheid voor verschillende onderdelen
van het welzijnsterrein regelen zal stellen.
Voor het sociaal-cultureel werk is reeds een regeling vastgesteld, genaamd
"Besluit demokratiseringsregelen sociaal-cultureel werk".
llet vierde lid van dit artikel heeft een zodanige werking, dat het "Besluit
demokratiseringsregelen sociaal-cultureel werk" automatisch van toepassing
wordt voor de door lleemstede gesubsidieerde organisaties op sociaal-cultu-
reel terrein. De leden 1 t/m 3 verliezen daardoor hun werking.
Indien voor andere onderdelen van het specifiek welzijn rijksregelen worden
gesteld betreffende het demokratisch funktioneren, dan zullen die regelen
ook automatisch van toepassing worden voor gesubsidieerde organisaties op
het desbetreffende onderdeel van specifiek welzijn.
De leden 1 t/m 3 verliezen dan hun werking voor het desbetreffende onder-
deel van specifiek welzijn.
Artikel 12
Dit artikel sluit aan op het terzake gestelde in diverse rijksbijdragerege-
1ingen.
Artikel 13
Dit artikel sluit aan op het terzake gestelde in diverse rijksbijdragerege-
lingen. Het is echter voorzien van een voorbehoud. Het ministerie van W.V.C.
heeft immers wel eens regelen betreffende arbeidsvoorwaardén gesteld (in-
gebouwde peuterwerk), zonder dat de extra kosten, die uitvoering van die
regelen met zich mee zouden brengen, door het ministerie aan de gemeente
werden vergoed. Het voorbehoud maakt het mogelijk de ministeriële regelen
niet. van toepassing te laten zijn, indien van rijkswege niet wordt bijge-
dragen in de uit de regelen voortvloeiende (extra) kosten.
Artikel 14
In het eerste'lid komt tot uitdrukking, dat de subsidiabele personeelsfor-
matie jaarlijks door de raad wordt vastgesteld. Onder subsidiabele perso-
neelsformatie wordt de forinatie verstaan van personeeldat op grond van
een arbeidsovereenkomst een funktie uitoefent in dienst van een organisa-
tie.
Vakkrachten zijn daaronder niet begrepen. De invloed van de geineente op het
aantal vakkrachten en de salariëring van hen kan tot uitdrukking komen bij
de vaststelling van de hoogte van het subsidie.
Middels het tweede en het derde lid koint een systeem tot stand, waardoor de
vervulling van vakatures en de wijzigingen in funkties van personeel - be-
horend tot de personeelsformatie - aan de goedkeuring van burgeineester en
wethouders zijn onderworpen.
Zodra de goedkeuring om een vakature te vervullen is verleend, kan een ar-
beidsovereenkomst worderi aangegaan.
- 16 -