5e afd.
26 juni 1986
89
Artikel 18
Het is eigenlijk vanzelfsprekend, dat een aanvraag niet-ontvankelijk wordt
verklaard, indien zij niet tijdig is ingediend of niet voldoende is voor-
zien van de vereiste gegevens. Opneming van een bepaling terzake werd niet-
temin zinvol geacht om het belang van tijdige indiening van de aanvrage en
de overlegging van volledige gegevens te benadrukken.
Artikel
Op een subsidie-aanvraag wordt voorlopig beslist bij de vaststelling van
het programina. Daarmee komt vast te staan op welk voorlopig subsidie een
organisatie kan rekenen. (Bij waarderingssubsidie is het voorlopig subsidie te-
gelijkertijd definitief subsidie).
Deze beslissing wordt schriftelijk door burgemeester en wethouders aan de
organisatie medegedeeld binnen drie dagen nadat het programma is vastgesteld.
Burgemeester en wethouders vermelden daarbij nadere voorwaarden door hen welke
zijn gesteld. In de toelichting op de rijksbijdrageregeling sociaal-cultu-
reel werk staat vermeld, dat het programma kan worden aangemerkt als beschik-
king in de zin van de Wet Administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen
(Arob). Op grond van de jurisprudentie van de afdeling Rechtspraak van de
Raad van State kan eveneens worden aangenomen dat een programma als een
(bundel) beschikking(en) in de zin van de Wet Arob kan worden aangemerkt,
indien:
1. plaatsing in het programma rechtstreeks beslissend is voor bekostiging;
2. het bij die plaatsing gaat om individueel aangewezen instel1ingen.
Het sociaal-cultureel programma zal voldoen aan het gestelde onder de pun-
ten 1 en 2. Belanghebbenden kunnen dan ook rechtstreeks Arob bezwaar aan-
tekenen tegen het programma. De termijn, waarbinnen een Arob-bezwaarschrift
ingediend moet worden, begint te lopen op de datum van vaststelling van
het programma. Dit moet subsidie-aanvragervoldoende bekend zijn.
In verband hiermede zullen die aanvragers schriftelijk in kennis worden
gesteld van de datum van behandeling van het progranma door de raad en de
konsekwenties, die vaststelling van het programma met zich meebrengt. Tevens
zullen de aanvragers, direkt na de datum van vaststellen van het programma,
schriftelijk in kennis worden gesteld van die onderdelen van het programma,
die op de beslissing over de subsidiëring van de betreffende instelling
betrekking hebben.
Tegen de beslissing van burgemeester en wethouders tot het stellen van nadere
voorwaarden kan voorts in beroep worden gekomen bij de gemeenteraad.
Artikel 20
Het is een beginsel van behoorlijk bestuur om de beslissingen te motiveren,
waneer in ongunstige zin wordt afgeweken van de aanvraag.
Artikel 21
De voorschotverlening vindt plaats per kwartaal tot een bedrag van 100% van
het voorlopige subsidie. Waarderingssubsidies zullen in het eerste kwartaal
worden uitbetaald.
- 18 -