5e afd. 26 juni 1986
HOOFDSTUK 111. Methoden van subsidiëring.
1. Periodieke subsidies
Artikel 3
Het periodieke subsidie kan ten hoogste de door burgemeester en wethouders
aanvaarde subsidiabele uitgaven belopen, verminderd met de eigen inkomsten
die naar de mening van burgemeester en wethouders kunnen worden verkregen.
Artikel 4
1. De subsidiabele uitgaven omvatten de door burgemeester en wethouders
goedgekeurde kosten per aktiviteit voor:
a. personeel;
b. huisvesting;
c. organisatie;
d. andere voor uitvoering benodigde kosten.
2. Voor organisaties/instel1ingen, welke door burgemeester en wethouders
zijn aangewezen, omvatten de subsidiabele uitgaven de door burgemees-
ter en wethouders goedgekeurde kosten:
A. Per organisatie/instel1ing voor:
a. personeel
b. huisvesting;
c. de organisatiekosten of een gedeelte daarvan;
B. en per aktiviteit voor:
a. de organisatiekosten of een gedeelte daarvan;
b. andere voor uitvoering benodigde kosten.
Artikel 5
1. De personeelskosten kunnen omvatten:
a. de subsidiabel gestelde salarissen;
b. het werkgeversaandeel in de wettelijk verplichte sociale lasten;
c. wervingskosten personeel;
d. andere door burgemeester en wethouders aanvaarde kosten.
2. In afwijking van het bepaalde onder b van het vorige lid, kan het werk-
geversaandeel van de premie Ziektewet slechts tot de personeelskosten
worden gerekend voor personeeldat een funktie uitoefent in de werk-
soort peuterspeelzaalwerk.
Artikei 6
De huisvestingskosten kunnen omvatten:
a. de huursom van gebouwen, alsmede de kosten van erfpacht of enig ander
zakelijk recht;
b. de afschrijving op gebouwen, verbouwing, groot onderhoud en vaste in-
richting;
c. de rente van geldleningen ten behoeve van de financiering van investe-
ringen voor huisvesting;
d. de kosten van gas, water, elektra, verwarming, verzekeringen en belas-
tingen;
e. de kosten van onderhoud van gebouwen;
f. schoonmaakkosten;
g. andere door burgemeester en wethouders aanvaarde kosten.
- 22
