5e afd. 26 juni 1986 89 a. een bouwplan, een gespecificeerde begroting daarvan en een gespeci- ficeere begroting van de inrichtingskosten, of voorzover het de aan- schaffing van een duurzaam goed betreft, tenminste twee offertes; b. een opgave van de vermoedelijke omvang en intensiteit van het ge- bruik van het gebouw, van de lokaliteit of het duurzaam goed; c. het plan tot financiering van de investering en de exploitatiebegro- ting voor de investering; d. andere stukken welke burgemeester en wethouders in het belang achten voor de beoordeling van de aanvraag. 2. Wijzigingen in de begrotingen en het bouwplan, als bedoeid in het vorige lid onder a, behoeven de goedkeuring van burgemeester en wethouders. 3. De organisatie dient, voordat tot het verlenen van een investeringssub- sidie kan worden overgegaan, een schriftelijke verklaring aan burgemees- ter en wethouders over te leggen, inhoudende dat de in artikel 23, lid drie van de algemene subsidieverordening specifiek welzijn genoemde ver- goeding zal worden voidaan zodra zich êén der in dit artikel genoemde omstandigheden voordoet. Artikel 13 1. Bedragen, die zijn opgenomen in de begroting, genoemd in het eerste lid van artikel 12 onder a en die naar het oordeel van burgemeester en wet- houders een redelijk peil te boven gaan, kunnen niet of slechts ten dele als subsidiabele investeringskosten in aanmerking worden gebracht. 2. Bij het bepalen van de subsidiabele investeringskosten blijven tevens buiten beschouwing, gedeelten, waarvan de bestemming naar het oordeel van burgemeester en wethouders onvoldoende ten goede zal komen aan so- ciaal-culturele aktiviteiten Artikel 14 De aanvragende organisatie dient een gedeelte van de investeringskosten te dekken, dat - in geld gewaardeerd - tenminste gelijk is aan de helft van het investeringssubsidie. Artikel 15 Het subsidie kan slechts worden verleend indien met inachtneming van het vorige artikel het bijeenbrengen van de benodigde middelen gewaarborgd is of redelijkerwijs verwacht mag worden dat deze binnen korte tijd zullen zijri bijeengebracht. Artikei 16 Binnen een jaar, nadat de beslissing op de subsidie-aanvraag is genomen, dient met de uitvoering van het goedgekeurde bouwplan, bedoeld in artikel 12 eerste lid onder a begonnen te zijn, dan wel dient de aanschaffingbe- doeld in artikel 12 eerste lid onder a, gedaan te zijn. Artikei 17 Ten behoeve van de vaststelling van het subsidie zendt de organisatie aan burgemeester en wethouders een gespecificeerde opgave van de investerings- kosten en de dekkingsmiddelen binnen drie maanden na het tot stand komen van het objekt of na de datum van het aanschaffen van het duurzame goed. - 24

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1986 | | pagina 135