5e afd. 26 juni 1986 opleidings- en ervarinqsniveaussubsidiabei salaris 3° met ervaring van mininiaal vijf jaar 115% van het minimum- en/of in het bezit van enige naar loon en het minimum- het oordeel van burgemeester en vakantietoeslag wethouders relevante opleiding belast met verantwoordelijke werkzaamheden 5. Het bepaalde in het vorige lid vervalt zodra door een verkrijging van een rijksbijdrage de door de minister terzake gestelde regelen van toe- passing zijn. flrtikel 26 1. Beroepskrachten kunnen niet worden benoemd indien zij niet beschikken over een verklaring omtrent het gedrag. 2. Beroepskrachten kunnen niet worden aangesteld indien: a. na geneeskundig onderzoek is gebleken, dat tegen het vervullen van de betrekking uit medisch oogpunt bezwaren bestaan; b. zij niet beschikken over een t.b.c.-verklaring, indien en voorzover deze verklaring voor onderwijsgevenden is vereist krachtens de Wet Bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar. flrtikel 27 Bij toelating van peuters tot de peuterspeelzaal dient, waar mogelijk, voorrang te worden verleend aan die peuters, waarvoor toelating op so- ciaal-medische indikatie wenselijk is. ftrtikel 28 Bij het vaststellen van de in artikel 9 van de algemene subsidieverorde- ning specifiek welzijn bedoelde bijdrage of kontributie, vindt oveileg plaats met ouders of opvoeders van de peuters, die de peuterspeelzaal bezoeken. IIOOFDSTUK IX. Nadere reqeien en qrondslaq subsidiëring amateuristische kunstbeoefen flrtikel 29 Subsidie op de voet van het bepaalde in dit hoofdstuk kan worden verleend aan: 1. zangverenigingen; 2. orkesten, orkesten met een vast koor, accordeon- en tokkelverenigingen; 3! harmonie- en fanfareorkesten, brassbands en de daaraan verbonden of zelfstandige tamboerkorpsen en drumbands; 4. operette- en musicalverenigingen; 5. toneelverenigingen; 6. andere organisatiesdie daarvoor naar het oordeel van de raad, gelet op hun aktiviteiten, in aanmerking komen. - 27 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1986 | | pagina 138