5e afd. 26 juni 1986 89 Toelichting subsidieverordening sociaal-cuitureel werk en emancipatiewerk Artikel 1 Volkscultuur is niet als werkvorm opgenomen onder c. Het begrip is wat moei- lijk hanteerbaar. Er blijkt siechts één organisatie te Heemstede op dat ge- bied werkzaam te zijn. Oe aktiviteiten van deze organisatie zouden onder een eventueel aan te wij'zen werksoort "overige sociaal-culturele aktiviteiten" gerubriceerd kunnen worden. Bij de omschrijving van het begrip programma is een direkte relatie gelegd met de rijksbijdrageregeling. Het begrip "beroepskracht" is afzonderlijk gedefinieerd. Er wordt het per- soneelslid onder verstaan, dat op grond van een arbeidsovereenkomst, dan wel als ambtenaar, een funktie uitoefent in dienst van een organisatie. Een afzonderiijke definiëring is met name nodig, omdat met name in artikel 22 een voorschrift is opgenomen, uitsluitend geldend voor beroepskrachten. Het tweede lid van dit artikel legt een relatie met de begrippen uit de algemene subsidieverordening specifiek welzijn. Artikel 2 Artikei 3 t/m 8 Binnen deze artikelen koint het systeem tot uiting, waarbij het mogeiijk is uitsluitend aktiviteiten te subsidiëren, ofwel bepaalde kosten van aktivi- teiten en bepaalde kosten van de organisatie. De organisaties, die door burgemeester en wethouders zijn aangewezen in de zin van artikel 4, tweede lid, kunnen voor bepaalde kosten een "organisatie- subsidie" ontvangen en voor andere kosten een "aktiviteiten-subsidie". Het "organisatie-subsidie" van de aangewezen organisaties kan betrekking hebben op personeelskosten, huisvestingskosten en enkele andere kosten. Het "aktiviteiten-subsidie" van de aangewezen organisaties kan betrekking hebben op andere (per aktiviteit) gemaakte kosten, zoals materiaalkosten en kosten vakkrachten. De organisaties, die niet door burgemeester en wethouders zijn aangewezen in de zin van artikel 4, tweede lid kunnen uitsluitend voor een subsidie per aktiviteit in aanmerking worden gebracht. Dit betekent, dat, voorzover van toepassing, de kosten van personeelhuisvesting, organisatie en andere voor uitvoering benodigde kosten, per aktiviteit berekend zullen moeten worden. Aan de hand van die berekening wordt het eventuele subsidie per aktiviteit bepaald. De subsidiabele kosten (soorten) zijn ontleend aan de rijkssubsidieregeling jeugd- en jongerenwerk van voorheen. Uiteraard is het per organisatie en/of per aktiviteit mogelijk om bepaalde kostensoorten niet te accepteren. De begrote uitgaven moeten dan ook door burgemeester en wethouders worden goed- gekeurd. Burgemeester en wethouders zijn voorts bevoegd andere uitgaven in aanmerking te nemen, dan de uitgaven genoemd in de diverse artikelen. Er is dus een flexibel subsidiesysteem mogelijk, afhankelijk van het type aktiviteit. - 31 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1986 | | pagina 142